Samenvatting
De naam ‘Santiago’ is voor auteur Heleen Pasma een raam, waardoor ze – achterwaarts – naar haar eigen levensweg kijkt. De brief van Jakobus, onderdeel van het Nieuwe Testament in de Bijbel, is haar kapstok. Leidraad voor haar betoog is de ontmoeting met Jakobus, de broer van Jezus en leider van de eerste gemeente in Jeruzalem. In deze brief herkent ze haar eigen ervaringen en levensvragen. Hoe ben ik beland waar ik nu ben? Heb ik deze weg bewust gekozen? Kan ik leven met mijn eigen missers? En… hoe wìl ik eigenlijk leven? Heleen zoekt haar toevlucht tot een verhaal. Ze giet haar gedachten in woorden over een man die wegtrekt uit zijn familie, uit zijn vaders huis, op zoek naar zichzelf, op zoek naar vrede. Een zoon die verloren dreigt te lopen door gebeurtenissen in zijn leven. In ’Het mysterie van Jakob Minor’ beschrijft aan de hand van fictieve voorbeelden wat de reis door het leven een mens kan brengen. Op haar reis ziet ze de mensen onderweg die haar een richting wijzen naar de toekomst. Mensen die haar met hun luisteren en vragen terugbrengen naar zichzelf, naar de bijbelse bedoeling van haar leven. Ze is op een verrassende wijze thuisgekomen. Leven: soms verloren ronddolen, maar vooral zoeken naar vrijheid, naar bevestiging, naar erkenning. En ten diepste is het een zoeken naar houvast en veiligheid. Tot de mens een veilig thuis vindt waar hij het niet verwacht. Al lezend in de Bijbel, in een ontmoeting met bekende en onbekende tochtgenoten, heeft de auteur haar weg gevonden. De weg die haar geleid heeft naar vrede met zichzelf, vrede met de wereld en vrede met God.