Fragment
Mei 1987
Door het portiek schuift een muis. Achter ons ligt een van de bruggen over de Moldau in de armen van de wind. Op de trappen spelen kinderen. Zij zullen ons niet kunnen verraden. Zwijgzaam gaan we naar boven. Vriend en fotograaf Wim Lamboo loopt achter mij.
Bij een donkere deur met de naam Sopko houden we stil. Ik bel aan. We horen voetstappen. De deur gaat open. Een vriendelijke man met een snor staat voor ons, gekleed in een schildersoverall. Wat zou hij denken, dat wij agenten van de geheime dienst zijn?
‘Bent u meneer Havel?’ vraag ik.
Hij nodigt ons uit binnen te komen. Dat we uit Nederland komen, doet hem goed.
‘Ik heb het gevoel dat Charta ’77 veel sympathie heeft in uw samenleving. Ik ben daar erg dankbaar voor.’
Havel praat rustig, bedachtzaam. Ondertussen speelt hij zenuwachtig met zijn sigaret waarvan hij steeds een trekje neemt.
‘Ik ben het huis van mijn vriend Jiri Sopko aan het schilderen’ zegt hij. Ik zie de potten verf op de grond, de muur is voor de helft geschilderd. Hij wijst naar een schilderij van een circus met muzikanten en clowns. De felle rode en gele kleuren vallen meteen op.
‘Dat is een schilderij van Jiri. Hij is een belangrijke schilder in Tsjecho-Slowakije. Voor hem is net als voor mij het individu belangrijk. Die mag zich niet verliezen in de hysterie van de omgeving.’
Hij vraagt hoe we aan zijn adres zijn gekomen.
‘Van amateurkunstenaars die een expositie op een eiland in de Moldau hebben georganiseerd. We zijn u net misgelopen’ zeg ik.
‘Was het belangrijk voor u die tentoonstelling te bezoeken?’
‘Zo wil ik hen ondersteunen. Het is voornamelijk amateurwerk maar belangrijk omdat het zin geeft aan de levens van die mensen. In onze maatschappij is alles wat mensen uitbrengen belangrijk. Het belangrijkste voor mij is echter dat ik kan schrijven. Daarvoor hoef ik slechts een beroep te doen op mijn fantasie. Publiceren komt voor mij op de tweede plaats.’
Als ik Havel vraag naar het belang van Charta '77 voor Tsjecho-Slowakije zegt hij: 'Ik denk dat de situatie slechts langzaam zal verbeteren. Charta is een belangrijk deel van de maatschappij maar is niet in staat iets te veranderen. Zij vormt geen politieke macht. De mensen houden van Charta omdat ze het enige fenomeen is dat in staat is iets te laten zien. Het is een soort spiegel waarin mensen de andere kant van onze samenleving kunnen zien. Ze brengt ideeën naar buiten die anders niet naar buiten zouden komen. We weten dat voor een oplossing van onze huidige problemen politieke moed nodig is en een zelfkritische houding. Dankzij het werk van Charta bestaat er nog een kans dat de waarheid zal zegevieren.’
‘De ontwikkelingen in Tsjecho-Slowakije en in andere Oost-Europese landen, hangen af van de bevolking en niet van de leiders’ voegt Havel eraan toe.
Ik kijk uit over de Moldau als Wim na het interview foto's van Havel neemt. Ik zie het gezicht van de mooie Yvetta Bartosova voor me. Het Tsjechische popzangeresje, springend voor de camera op het Wenceslasplein. Ik heb haar een aantal uren terug geïnterviewd over Tsjechische popmuziek.
'Nu, jullie samen op de foto' onderbreekt Wim. Ik ga naast Havel staan. Verlegen glimlachend, laten wij ons fotograferen. Een door Sopko geschilderd meisje kijkt toe. Na de foto wordt er nog even vrolijk
×