Samenvatting
De Romeinse dichter Quintus Horatius Flaccus (65-8 v.Chr.) geldt als een van de allergrootsten uit de antieke literatuur. Maar in zijn debuutbundel uit 35 v.Chr. neemt hij een heel bescheiden pose aan. Zijn eerste satirenboek bestaat uit een tiental Gesprekken in Gewone Taal.
In luchtige verzen spreekt de dichter over zichzelf en zijn leven, en over de belangrijke personen die hij heeft ontmoet, zoals Maecenas en Vergilius. Literatuur en politiek komen aan bod, maar ook grappige taferelen uit het leven van alledag in Rome. Beroemd is Horatius’ hilarische verslag van een reis over de Via Appia naar Brindisi.
Zijn ogenschijnlijk weinig poëtische verzen verraden de trefzekere hand van een meesterdichter. Deze nieuwe vertaling wil recht doen aan de speelse en literaire kwaliteiten van Horatius’ debuut.