Samenvatting
'Bij nachte wordt een mensch bovendien te veel geplaagd door nare gepeinzen die lijk spoken uit de donkerte opkomen, en die men niet verjagen kan.' In Stijn Streuvels' klassieker Het leven en de dood in den ast beleven drie landarbeiders een nacht tussen droom en werkelijkheid in een ast. Na de dood van een landloper worden ze geconfronteerd met de vergankelijkheid van het leven. Het besef groeit dat hun levens getekend worden door eenzaamheid en ontgoochelingen, door onrechten armoede. Maar daar open met elkaar over praten lukt niet. Het leven en de dood in den ast uit 1926 heeft niets van zijn kracht verloren.
Vandaag, in economisch onzekere tijden, is deze novelle nog steeds relevant.
In deze door dr. Els van Damme en prof. dr. Yves T'Sjoen verzorgde teksteditie kunt u ook de originele rijkdom van Streuvels' taal herontdekken.
Met een inleiding door schrijver Koen Peeters.