Fragment
Luisterend naar geluiden die anderen niet zouden horen, sloeg Thomas het rechter paadje in.
“Thomas!” riep zijn vader hem na. “Ik dacht dat we hier links moesten?”
“Pa, wie is hier nou gids? Ik ben in deze bossen opgegroeid. Ik weet heus wel waar we heen moeten.”
Al van jongs af aan had Thomas altijd de weg geweten in het bos. Hij was er van gaan houden. Meestal was hij gids voor rijke mensen die ergens heen moesten of gewoon een stuk wilden wandelen. Hij kende elk paadje, elk plekje. Toen hij jong was had zijn oom hem veel geleerd over de natuur. Hij wist welke planten gevaarlijk waren en wat hij er tegen kon doen. “Kom nou maar, als we doorlopen, zijn we over een half uur thuis.”
×