Samenvatting
Puck Scheltinga van Beuningen erft haar ooms vermogen, zegt haar baan op en blijft in zijn boerderij in het Achterhoekse dorpje IJsseldijk wonen. In de luwte van het rurale Oosten denkt ze aan een rustig bestaan. Dat pakt echter anders uit. Willem, haar grote liefde, net terug van wereldreis, helpt Puck te herstellen van een zwaar traumatische ervaring. Maar dan treft het noodlot hém. Hij wordt als comapatiënt afgevoerd naar Instituut Sparrenbos, waar ooit Pucks oom verbleef en waar iedereen haar kent. Door wat Willem is overkomen ontwikkelt Puck een schuldgevoel. Na een bezoek aan hem loopt ze tijdens een sneeuwstorm het bos in om haar gedachten te ordenen. Dat wordt haar bijna fataal. Na opnieuw een gevoelig verlies denkt ze dat het kille doodskleed voorgoed aan haar kleeft. Op advies van psychiater Janneke vertrekt ze naar de Côte d’ Azur om te ontstressen. Ze koopt een villa om Willem daar te kunnen verplegen. Maar ze wordt verliefd op haar Franse makelaar en trouwt met hem. Ze laat Willem echter niet vallen, gaat noodgedwongen een dubbelleven leiden en raakt in een morele spagaat. Door het hectische bestaan grijpt ook het psychische trauma haar opnieuw bij de keel.