Samenvatting
Na twee boeken waarin de verbeelding het voor het zeggen had, wordt Gilles van der Loos derde gedreven door een autobiografische aanleiding. In 2011 verdween zijn beste vriend. Na een maand van bijna landelijke zoektochten werd hij dood gevonden in het IJ. In Het jasje van Luis Martín brengt Van der Loo een ode aan zijn overleden vriend. In romanvorm. Hij beschrijft het Amsterdamse horecaleven van de jaren negentig, toen de twee vrienden elkaar leerden kennen achter de bar. Issa is een bedeesde, onzekere jongen uit de provincie en Gijs is zijn held. Gijs is vier jaar ouder, 'de beste barman van de stad' en kan roken als een balsahouten afgod. Een andere verhaallijn speelt zich in het heden af, als de vaderloos opgegroeide Issa zelf net vader is geworden en nauwelijks toekomt aan de verwerking van de dood van Gijs. En ten slotte is er het fascinerende verhaal over Luis Martín Murillo, barman in het Madrid van de jaren zestig en de grote leermeester van Gijs. Luis Martín werd voor Gijs en Issa de personificatie van vakmanschap en mannelijkheid, de gedroomde vaderfiguur voor vaderloze jongens. Nu is het tijd voor Issa om zich af te vragen hoeveel van Luis Martín hij wil overdragen op zijn zoon Nadim. Het jasje van Luis Martín gaat over verlies, vriendschap, volwassen worden en de 'erfelijkheid' van mannelijke identiteit.