Samenvatting
Op een zonnige zomerdag in 1676, midden in de hooitijd, wordt er een lijk met een ingeslagen schedel ontdekt in de polder. Geen mens heeft iets gezien, maar iedereen in het dorp speculeert er meteen lustig op los wie de dader zou kunnen zijn. De verhalen zingen steeds luider rond, over onverzoenlijke vetes, ongeneeslijke verslavingen en duistere familiegeheimen. Middelpunt van de gebeurtenissen is Gijsbertje de Jongh, waardin in de herberg De Fortuyn, die langzaam maar zeker de waarheid achter de moord ontdekt. Maar wil ze die waarheid wel aan het licht laten komen?
Het IJzeren Veulen is een klassiek detectiveverhaal met een historische kern. De moord is echt gepleegd in 1676, en voor de sfeer en de personages is rijkelijk geput uit de overgeleverde processtukken, samen meer dan vijfhonderd pagina’s vol levendige details. Wie dit boek openslaat, stapt de kleurrijke wereld van een zeventiende-eeuws dorp aan de rivier binnen, waar de gebruiken anders en soms vreemd zijn, maar waar de mensen even sluw en berekenend, even beminnelijk en kwetsbaar zijn als de mensen van vandaag.
Enny de Bruijn (1968) is schrijver, historisch onderzoeker en journalist. Ze publiceerde onder meer het veelgeprezen boek De hoeve en het hart (2019), een historische studie over een plattelandsgemeenschap in het Gelderse rivierengebied, die genomineerd werd voor de Libris Geschiedenis Prijs en bekroond met de Prof. Van Winterprijs. Het in dat boek beschreven dorp vormt nu het decor voor de roman Het IJzeren Veulen.
Over De hoeve en het hart:
‘Wat De Bruijn met de documenten doet is adembenemend; één grote ode aan het bekloppen van kleine feitjes tot er leven in komt.’
NRC
‘Het brengt mensen uit vervlogen tijden dichterbij, in hun wel en wee, in hun moeizame en boeiende bestaan, met hun interesses, vreugde en hoop.’
Friesch Dagblad