Fragment
Nonchalant loopt Maarten de klas binnen. Hij kijkt ongeïnteresseerd om zich heen en wijst naar een plaatsje bijna vooraan.
Hij richt zich tot het meisje dat naast de lege stoel zit.
‘Is deze plaats vrij?’
‘Ja. Hee ben jij nieuw?’ vraagt ze verbaasd.
Maarten antwoordt met een kort ja.
Zonder op de rest van de klas te letten pakt hij uit zijn tas een verfrommeld spijker-etui en een schrijfblok waar nog ongeveer de helft van de velletjes in zit. Deze legt hij netjes op zijn tafel.
Achter hem wordt druk gepraat over het weekend. Een jongen schept op over een motorrit die hij met zijn vader heeft gemaakt. Een paar anderen zijn nogal onder de in¬druk.
Aan de andere kant van de klas zitten wat meisjes te smoe¬zen.
Maarten gaat wat achterover zitten en kijkt naar het bord en de posters die ernaast hangen; gedichten.
Er komen nog steeds kinderen de klas binnen die even naar Maarten kijken, maar omdat hij niet terug kijkt lo¬pen ze door naar hun plaats.
‘Ik ben Jeltje,’ zegt het meisje naast hem. Ze heeft donker¬blond haar, dat een beetje springerig op haar hoofd zit. Haar ogen zijn donker en vrolijk. ‘Hoe heet jij?’
‘Maarten.’
×