Samenvatting
Amartya Sen begint dit veelgeroemde boek met een eenvoudig voorbeeld. Drie kinderen maken ruzie om een fluit. Anne zegt dat zij de enige is die erop kan spelen en daarom recht heeft op de fluit. Bob zegt dat hij zo arm is dat hij zonder fluit geen speelgoed zou hebben. En Carla zegt dat de fluit van haar is omdat zij die zelf heeft gemaakt. Wat is in dit geval rechtvaardigheid? Ieder oordeel brengt onrechtvaardigheden met zich mee.
De grootheid van Sen schuilt erin dat hij oog heeft voor uiteenlopende, zowel westerse als nietwesterse theorieën over rechtvaardigheid. Zijn vertrouwdheid met de cultuur van hindoes, boeddhisten en moslims, die overal in het boek tot uiting komt, biedt hem een rijkdom aan argumenten en redeneermogelijkheden. Hij verwerpt dichtgetimmerde theorieën en legt steeds de nadruk op de rol van het publieke debat. Er moeten keuzes worden gemaakt tussen alternatieve oordelen en daarbij zijn meerdere standpunten verdedigbaar.
In plaats van deze pluraliteit te verwerpen, moeten we haar juist benutten om een theorie van rechtvaardigheid op te bouwen die past bij de wereld van nu. Laten we voorbij onze landsgrenzen kijken en ons richten op mondiale rechtvaardigheid.
Met een inleiding van Ingrid Robeyns (1972), hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij is gespecialiseerd in rechtvaardigheidsfilosofie en gepromoveerd op het werk van Sen.
'De kroon op het werk van Sen', Ger Groot NRC Handelsblad
'Een meesterwerk en een aanrader' , Martijn Jeroen van der Linden, Het Nexus Instituut
'Encyclopedische genialiteit.', Sunday Times