Samenvatting
Op 5 november 1980 verkocht en verpachtte de Groningse boerin Geertje Trenning een deel van haar omvangrijke landbezit aan de jonge Arend Krabben uit Drenthe. Bovendien verkocht ze hem haar hele bedrijfsinventaris en huurde hij een gedeelte van haar royale boerderij. Ze hadden enkele jaren in volle vriendschap naar de pachtovereenkomst toegewerkt, maar toen de handtekeningen eenmaal waren gezet kreeg zij spijt. De man die zij bij de notaris nog had opgehemeld veranderde ineens in haar aartsvijand en ze deed alles om hem van haar erf te jagen. Hij nam het befaamde advocatenkantoor Trip uit Groningen in de arm en spande een kort geding aan. Het vonnis dat volgde werd in het jaar 2000 uitgeroepen tot “De ongelukkigste uitspraak van de 20e eeuw”, vanwege een opgelegde dwangsom zonder maximum, die uiteindelijk opliep tot vele miljoenen. De boerin ging failliet maar de curator wist haar faillissement te rekken tot tweeënhalf jaar na haar dood in 2011, zodat ze altijd in haar huis kon blijven wonen: haar hoogste recht. Toen het faillissement in 2013 werd opgeheven kwam er echter een einde aan de 33-jarige vete, dat zij ongetwijfeld als het hoogste onrecht zou hebben ervaren.