Fragment
Podcast #7 (fragment)
Tijd voor actie!
‘Tijd voor actie’ is de aftrap van deze zomermarathon met acht weken lang een dagelijkse podcast.
De reden waarom ik mezelf en jou als luisteraar uitdaag met deze marathon is dat ik verandering wil. Want leren is gelijk aan veranderen en ik geloof dat het onderwijs, ook tijdens de vakantie, een boost mag hebben. De komende acht weken neem ik je daarom mee in mijn gedachten over onderwijskwesties.
Maar waar te beginnen?
De structuurbehoeftige in mij, de didacticus, heeft een uitzendschema opgeleverd voor de komende acht weken.
In het kort komt het erop neer dat ik het bioritme van een onderwijsvakantie ga volgen.
Mijn ervaring is dat een onderwijsvakantie zich kenmerkt in een aantal fases.
De fase van het afkicken, waarin je nog leerlingen of bijzondere gesprekken langs je netvlies ziet flitsen. Je je nog kunt opwinden over bepaalde frustrerende of juist boeiende gebeurtenissen. Je bent gaar, maar weet dat er een zee van tijd aankomt waarin je even afstand kan gaan nemen.
De fase van het bijkomen, waarin je reflecteert op het afgelopen schooljaar. Dit is de tijd waarin je voornemens voor verandering en beterschap worden geboren
De fase van het uitrusten. Je komt eindelijk aan jezelf toe en start met het lezen van die dikke pil, die al sinds de Kerstvakantie op je lag te wachten, maar waar je de rust niet voor had.
De fase van het opladen. Je weet dat de vakantie ten einde loopt en start voorzichtig met het denken aan wat de start van het schooljaar gaat brengen. Je pakt nog een inhoudelijk boek mee of beluistert een podcast.
De fase van het opstarten. Je gaat alweer naar school om de klas in te richten, te vergaderen, vakantieverhalen te delen met collega’s en het opdoen van inspiratie en goede moed.
In de komende acht weken volg ik dit organische proces door zoveel mogelijk door aan te sluiten met relevante onderwijskwesties. Iets wat door de vakantiespreiding niet helemaal synchroon loopt.
Mijn eigen visiestukken worden afgewisseld met interviews met experts.
Behalve dat ik hoop dat jullie aan het einde van de rit een heerijke vakantie hebben gehad, ga ik ervan uit dat de opbrengst van deze zomermarathon een inspirerende indruk achterlaat waarmee we het onderwijs voor de komende tijd weer kunnen gaan verrijken.
Goed, vandaag start ik met de fase van het afkicken van het schooljaar met mijn oproep: Tijd voor actie!
Zoals ik in het voorwoord al zei: ik moest deze podcastserie maken. Een hele serie uitzendingen met een oproep tot verandering, want 2016-2017 wordt nu afgerond om naar 2017-2018 te gaan en er is iets anders nodig dan wat tot nu toe is gedaan. In het onderwijs wel te verstaan.
De Wet passend onderwijs is alweer drie jaar geleden ingevoerd en er is hard gewerkt.
De vragen: ‘Doen we de goede dingen?’ En: ‘Doen we de dingen goed?’ Zijn wel gesteld, maar de antwoorden daarop zinnen me nog niet. Nee, ze roepen nog te vaak op tot afwachten of compliceren, in plaats van tot actie en verhelderen...
Podcast #13 (fragment)
Meester Bart over het imago van het onderwijs
In deze podcast spreek ik over het imago van het onderwijs met Bart Ongering, beter bekend als Meester Bart. Hij is de auteur van ’Meester Bart – Ik hoef niet op te letten, ik weet alles al’ en ’Meester Bart op zijn best’.
S: Hallo Bart. Hoe mag ik je noemen? Meester Bart
of gewoon Bart?
B: Hou het maar gewoon bij Bart
S: Prima, dank je wel voor je medewerking aan mijn podcastshow. Ik vind het hartstikke leuk dat je eigenlijk al heel snel reageerde via Twitter dat je het leuk vindt om mee te doen. Reden waarom ik jou heb benaderd heeft alles te maken met het imago van het onderwijs. De afgelopen weken stonden de media weer bol met beelden van het onderwijs. Ik denk dat het imago soms weleens te lijden heeft, omdat de werkelijkheid misschien anders is dan in de media wordt weergegeven. Toen ik ooit jouw columns las toen dacht ik al wat mooi. Je hebt een beetje nieuwerwetse Theo Thijssen-achtige manier van praten over leerlingen en dat vond ik heel mooi. Ik zou je wel ambassadeur van het nieuwe imago van het onderwijs willen noemen.
B: Toe maar dat zijn mooie woorden. Het is niet de minste eer om met Theo Thijssen vergeleken te worden.
S: Ik meen het echt. Ik herlees hem weleens dan denk ik: ja, zo praat jij ook over de kinderen. Vol liefde en passie.
B: Ja ik snap de raakvlakken ook wel. Absoluut.
S: Onderwijs, passend onderwijs helemaal, de politiek en de media geven een bepaald beeld van het onderwijs te zien. De vraag is of het wel klopt. Kan jij samenvatten hoe jij het imago van het onderwijs ziet?
B: Wat je al aangaf is er in de afgelopen weken best wel wat aandacht gegeven aan de werkdruk in het onderwijs, met name het primair onderwijs (PO). Vanuit mijn plek als docent op de middelbare school ben ik benieuwd naar die geluiden. Die geluiden staan niet zomaar in de krant. Als er een groep, een grote groep PO docenten is, die aangeeft: ‘luister we hebben het echt druk en hetgeen we ervoor terugkrijgen in salaris en in beeldvorming rond docenten basisonderwijs klopt niet helemaal.’ En als je dat geluid hoort dan moet je daarnaar luisteren en dan moet je niet zeggen: ‘Nee dat klopt niet, basisschooldocenten hebben het niet druk, die krijgen genoeg betaald.’ Nee, als daar een groep over klaagt en die groep wordt eigenlijk steeds groter en die aandacht wordt steeds meer, dan moet je daar iets mee. Dus ik zal de laatste zijn die zal zeggen: jullie stellen je allemaal aan en op woensdagmiddag zijn jullie vrij en noem het allemaal maar op, het is allemaal niet zo.
Ik denk wel dat het belangrijk is en dat het soms goed is om nee tegen je baas te zeggen. Dat wordt je niet altijd in dank afgenomen, maar ik denk dat het bewaken van je eigen grens, voor zover dat mogelijk is, wel heel belangrijk is. Ik denk dat jij er als school vanuit moet gaan dat je professioneel personeel in huis hebt en ik denk dat het goed is om bij jezelf te rade te gaan waar je grens ligt en waar je goed in bent. Als ik meer en meer doe, en als ik daar nog meer werk bovenop komt, dan gaat dat misschien ten koste van het werk dat ik goed of graag doe. Dus ik denk dat het heel belangrijk is om binnen je school aan te geven: ‘Hier heb ik gewoon geen tijd voor, klaar.’ Mijn leerlingen staan op de eerste plek en dan zeg ik nog altijd, en dat benadruk ik: voor zover dat mogelijk is.
Ik heb wel een aantal mensen in mijn omgeving die op basisscholen werken, ja en die hebben het best wel een beetje druk en eerlijk gezegd durf ik ook best wel te zeggen dat ze het drukker hebben dan ik.
S: Dat geeft wel te denken.
B: Ja.
S: In je boek staat een stelling, ik lees het voor: ’Werkdruk op school voel je pas echt wanneer je niet alleen tegen je collega, maar ook tegen je leerlingen, dus tegen jezelf nee moet zeggen.’
B: Ja, ik sta ik nog steeds achter die uitspraak, want stel je voor dat je om halfvier een vergadering hebt gepland met een paar collega’s, maar er is om halfvier ook een leerling die jou dringend nodig heeft. Dan is het soms moeilijk om te kiezen. Ga je voor die leerling die jou even nodig heeft, of ga je voor die docent of voor die collega die ook iets van je verwacht? En soms is dat best een beetje moeilijk, omdat je te maken hebt met mensen. Kijk, je collega’s zijn mensen en je leerlingen zijn net zo goed mensen. Jonge mensen. En ik vind het moeilijk om nee te verkopen aan mijn leerlingen. Soms vind ik het belangrijk dat zij zien dat de meester nu even geen tijd heeft. Maar er doen zich ook situaties voor waarin ik gewoon geen nee kan zeggen en ik denk als ik te vaak mijn leerlingen moet weigeren, of moet zeggen: ’Stuur maar een berichtje’, of: ’Kom straks maar terug’, dan denk ik dat ik het vertrouwen verlies van de leerlingen, want die moeten een beroep op mij kunnen doen en die moeten het gevoel hebben dat ik negen van de tien keer voor ze klaar sta. Dus, ja, ik denk dat het heel belangrijk is om te kijken hoe vaak ik bereikbaar ben voor mijn leerlingen en misschien in mindere mate, of op andere momenten voor mijn school en voor mijn collega’s.
S: Nou is het niet altijd mogelijk om nee te zeggen. Is er een manier om die werkdruk en om het imago daaromheen om te draaien? Alleen ‘nee’ zeggen, als je denkt dat je anders geen kwaliteit kan leveren, is dat genoeg?
B: Nee, ik denk dat het slechts een begin is. Kijk, uiteindelijk wil je verder kunnen en dan is het denk ik goed om als docenten onderling en met elkaar naar de schoolleiding te stappen en aan te geven: ’Dit wat jullie nu van ons verwachten dat lukt ons niet. Dat gaat ten koste van de tijd die wij met onze leerlingen willen doorbrengen.’ Het is niet alleen op individueel niveau, het gebeurt ook op grote schaal. En dat gebeurt niet op één school, maar het gebeurt op talloze scholen in Nederland. Dus ik denk dat het goed is dat er zoveel aandacht voor is, en wat ik net al zei: het is heel belangrijk dat je naar die oproep luistert en ik denk ook dat het belangrijk is om op individueel en zelfs op schoolniveau aan te geven: ‘Hier ligt onze grens.’ Het staken van vorige week is daar een voorbeeld van, maar ik vind het nog magertjes. Als je een uurtje staakt, in hoeverre is dat een signaal naar Den Haag toe? Ik denk dat je dan eigenlijk moet zeggen we staken een dag of een week.
S: Dus het effect van een uur staken is twijfelachtig?
B: Ja, dat denk ik wel.
S: Ik maak even een overstap naar passend onderwijs. Daar wordt een heel ding van gemaakt. Ik vraag me altijd af of onderwijs niet gewoon altijd past als het goed is?
B: Ja, eigenlijk wel. Passend onderwijs is eigenlijk wel een heel leeg begrip, omdat je er, precies wat je zegt, vanuit moet gaan dat iedere vorm van onderwijs, waar het ook plaatsvindt, passend zou moeten zijn.
×