Samenvatting
In een oude fabriekshal, en onder bizarre omstandigheden, wordt het lichaam gevonden van een onbekende man. Bij het lijk wordt een briefje aangetroffen met een Italiaans geschreven tekst dat een soort waarschuwing bevat. De Utrechtse rechercheurs Gerard van Dongen en Frank van der Linden worden op de zaak gezet en al gauw komt de identiteit van het slachtoffer vast te staan, een accountmanager van de GHI Bank gevestigd in Amsterdam. Het onderzoek richt zich in eerste instantie op deze bank, waar verschillende mensen zich verdacht gedragen, maar moet de dader daar wel gezocht worden? Dan wordt er een tweede moord gepleegd op een bekende strafpleiter en vriend van één van de verdachten. Ook hier treft men een Italiaans geschreven briefje aan. Het motief blijft onduidelijk en het onderzoek verloopt aanvankelijk moeizaam, totdat Gerard in contact komt met de Siciliaanse rechercheur Roberto Alessi die via Interpol op de hoogte is van de zaak en belangrijke informatie kan verschaffen. Gerard is sceptisch maar vertrekt toch naar Sicilië voor een ontmoeting met Alessi. Ondertussen gaat de jacht naar de mogelijke dader of daders onverminderd door en lijkt ook in Nederland voortgang te worden geboekt. Als Gerard weer terug is in Nederland lijkt het onderzoek een nieuwe impuls te krijgen waarbij hij tot een verrassende en verbijsterende ontdekking komt.