Samenvatting
Bij de belegering van Leiden wordt Wiek Storreveld door een Spaanse musketkogel dodelijk getroffen. Zijn weduwe Marlien keert met haar zoon Hans terug naar haar geboorteplaats, Raamsdonk. Hans Storreveld wordt echter als geuzenjong in het roomse Raamsdonk uitgescholden en geplaagd.
Alleen Toke Loenertz, de dochter van de schout en rijke boer van Guldenhof, is hem welgezind. Na het overlijden van zijn moeder krijgt hij onderdak bij zijn oom Eldert Jobz, een vrekkige kleermaker. Daar komt een einde aan na een Spaanse overval.
Hans gaat ervandoor. Zal iemand hem nog naastenliefde willen bewijzen?
Dit verhaal speelt zich af in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) en bevat veel historische gegevens over het beleg van Geertruidenberg door Prins Maurits in 1593.