Samenvatting
Met een voorwoord van Mathijs Deen: ‘Stephen Graham geeft gedetailleerde instructies aan eenieder die, gedreven door een onstilbaar verlangen aan de sleur van alledag te ontkomen, de voordeur achter zich dicht trekt en met ongewisse bestemming begint te lopen. De wereld waarin hij ronddwaalde bestaat niet meer, maar het geluk dat hij beschrijft is van alle tijden.’
Het geluk van de wandelaar, voor het eerst gepubliceerd in 1926, is een boek voor iedereen die er weleens van gedroomd heeft op pad te gaan met niets dan grote ideeën en een plunjezak vol eerste levensbehoeften.
Wandelen is een manier om in aanraking te komen met de vrije natuur, je eigen land, het buitenland, de schoonheid van het leven zelf. Het avontuur lonkt, niet aan de horizon, maar op het pad ernaartoe.
'Als de vertaling van een boekje met tips voor de wandelaar van zo’n reiziger hors catégorie verschijnt, dan kan dat niet anders dan interessante inzichten bieden, misschien zelfs voor de niet-wandelaar. Ik behoor tot die laatste soort. En toch val ik nu voor Het geluk van de wandelaar. In de eerste plaats vanwege de vorm en het formaat – het was liefde op het eerste gezicht: een gekartonneerd zakboekje met een krachtige retrocover in oude kleuren laat ik niet onaangeroerd. Alles klopt aan dit boekje, want zelfs de inhoud kan me bekoren. Al is het bijna honderd jaar oud, het leest nog bijzonder fris in deze tijd van burn-out. Graham schrijft in een transparante, bijna laconieke taal, die tegelijk poëtisch overkomt. De tips lijken dan wel puur praktisch, het zijn ook filosofische bedenkingen en flarden autobiografie.'
- De Standaard der Letteren
Stephen Graham (1884-1975), die een groot deel van zijn leven de wereld bereisde, geeft op een aanstekelijke manier informatie voor wandelaars die zich openstellen voor het onvoorspelbare en welwillend door het leven gaan – een levenshouding die tegenwoordig nog net zo lonend is als toen. Want weet hoe je moet wandelen, en je weet hoe je moet leven.