Samenvatting
Jannie Regnerus verbleef een jaar in Japan en raakte gefascineerd door dit land en zijn bewoners, die de modernste technologieën als vanzelfsprekend omarmen, maar wier dagelijkse bestaan tegelijkertijd doordrenkt is van goden, geesten en rituelen. Haar Japanse vriendin Etsuko laat haar kennismaken met deze kant van het Japanse leven, die is gebaseerd op het geloof dat alles een ziel heeft, van bomen en rivieren tot brillen en fotocamera’s. Samen bezoeken ze een ceremonie waar afgedankte fototoestellen ritueel worden verbrand opdat de zielen vredig vrijkomen. Tijdens het jaarlijkse maanfeest wordt hun een kom maanwater geserveerd, een drankje om het geweten te zuiveren. In zentuinen leert Etsuko haar te luisteren naar het geluid van vallende sneeuw. Ze gaat naar een zomers vuurvliegjesfestival en maakt de nationale opwinding mee over het ontluiken van de kersenbloesem. Terwijl ze probeert zich staande te houden in een provinciale miljoenenstad, ontmoet ze een galeriehouder die haar een verblijf in een geïsoleerd bergpension opdringt om eenzaamheid te ervaren.