Samenvatting
Is Het geheime wapen een vervolg op Buitenbeentjes (2017), haar vorige boek met verhalen van 'vluchtelingen' uit Nederlands-Indië? Je zou het bijna denken, want in Buitenbeentjes wordt al gesproken over een geheim wapen: de humor. Het geheime wapen, de roman, benadert een diepere hartstocht: de liefde. Liefde die standhoudt in een gestoorde wereld. Nederlands koloniale verleden, voorspoed, oorlog en armoede vormen het lot van de generaties geboren tijdens de beginjaren van de vorige eeuw. De roman begint en eindigt in Suriname. De cirkel is rond wanneer Cas na loodzware jaren het levensgeluk met zijn gezin denkt terug te vinden op zijn geboortegrond. Daartussenin bevindt zich zijn levenswandel, behalve in Suriname, in Nederlands-Indië en in Nederland. Het is er tijdens zijn opvoeding ingepeperd en later als militair in het KNIL. Cas is gehoorzaam en plichtsbetrachting staat bij hem hoog in het vaandel, hij is trouw aan het moederland. Dit breekt hem allemaal op na de oorlog tijdens de Bersiap in Indië wanneer hij tegenover de collega's van weleer komt te staan. Hij weet niet meer wie vriend of vijand is en in wanhoop schreeuwt hij het uit tegen zijn meerderen en richt zijn pistool: 'Als jullie me nu niet naar Holland sturen, schiet ik je allemaal dood.' Zijn levensloop beheerst een wereld van rijke historie maar ook een heftige geschiedenis waarin drama, passie en oorlogsgeweld zijn verweven in het huwelijk van een echtpaar dat in 1935 zo hoopvol aan de toekomst begon. Janny de Heer woonde jaren op Curaçao en deed er historisch onderzoek, dat in 1999 resulteerde in haar debuut, Landskinderen van Curaçao, drie historische verhalen, in 2015 opnieuw uitgebracht onder de titel Yu di tera / Landskinderen. In Suriname verrichtte zij uitgebreid historisch onderzoek voor het schrijven van Gentleman in slavernij (2013), een roman over een Duitse immigrant in het 19de-eeuwse Suriname. In 2016 verschijnt de roman De barones, een fascinerend verhaal van een door de oorlog 'besmet' vrouwenleven. Het geheime wapen is haar vijfde boek bij Uitgeverij In de Knipscheer.