Fragment
Proloog
In een wereld verduisterd door de schaduw van desillusie en leed, zat Baäl voor het knapperende vuur, haar ogen gefixeerd op een horizon van verlies en vernietiging. Hoogzwanger van het lijden van de mensheid streelde ze gelukzalig over haar bolle buik. "Bijna perfect”, fluisterde ze tegen zichzelf. "Nog even en het beloofde paradijs zal zich openbaren."
Bloeddruppels prijkten op haar lippen terwijl ze bedachtzaam sprak: "Bijna alles wat het menselijk hart tot leven kan wekken, hebben we tenietgedaan. Binnenkort zal de energie van het hart compleet vergeten zijn. De melodie van vogels zal spoedig verstommen, en het speelse gelach van kinderen zal geen echo meer vinden. Wat een prachtig vooruitzicht!"
Plotseling schrok ze op uit haar overpeinzingen. Een straal zonlicht baande zich een weg door de dikke lucht. Boos en overstuur smeet Baäl wat menselijke resten op het vuur in een wanhopige poging het licht te doven.
Maar een onverwachte frisse bries streek langs haar gezicht, verdreef de verstikkende rook, en onthulde contouren van gestalten die geleidelijk oplosten in Hemels licht. Daar stond, met haren glinsterend als zilver in de zon, de Godin. Met aan haar zijde Aartsengel Michaël.
"Wat doe jij hier?!" schreeuwde Baäl verschrikt terwijl ze beschuldigend naar de Godin wees. "Jij hoort hier niet thuis!"
"Weet je mijn naam nog, Baäl?" vroeg de Godin rustig. Met een schrille kreet sloeg Baäl haar armen omhoog, hapte naar adem en graaide wild om zich heen.
"Ga weg!" krijste ze, terwijl ze angstvallig een kruisteken maakte om ‘het kwaad’ af te weren. "Jij bent... jij bent Venus - de Godin van de Liefde”, stamelde ze vol afgrijzen.
"Goed geraden," glimlachte de Godin. "Maar ik draag vele namen. De Grieken noemden mij Aphrodite, de Sumeriërs Inana, de Feniciërs Asarta, en de Akkadiërs Ishtar."
Een aura van licht omhulde de Godin terwijl ze een stralend, warm Hart in haar handpalm droeg.
Baäl’s greep naar het gloeiende Hart was tevergeefs. Haar krachten begonnen af te nemen, haar lichaam kromp ineen.
"Wat doen jullie?!" schreeuwde ze ontzet.
"Jouw tijd is voorbij. Je kunt gaan," sprak Aartsengel Michaël vastberaden.
Venus wees naar het vlammende Hart. "Dit is het Hart dat spreekt... en Vrij zal zijn."
Onder uitzinnig gekrijs vervaagde Baäl in de wind tot ze volledig verdwenen was.
De wereld ademde diep in en uit, herademde na eeuwen van onderdrukking.
De Godin glimlachte, haar Hart stralend van liefde en hoop. De mensheid zou herboren worden, gedragen door de kracht van het Vrijgevochten Hart.
Het beloofde paradijs lag eindelijk binnen handbereik.
Het Elfde Gebod
In een wereld die tot op het bot verdeeld is, heerst al duizenden jaren Het Syndicaat. Deze machthebbers streven naar absolute macht en willen elk sprankje onafhankelijk denken de kop indrukken.
Terwijl Ikai en Rudolf worstelen met hun eigen rol en plaats in deze ontwrichte wereld, ontdekken ze een oud geheim, dat de sleutel vormt tot het ontgrendelen van de waarheid en het herstellen van de menselijke waardigheid. Als zij besluiten deze kennis openbaar te maken, worden ze opgejaagd door de genadeloze handlangers van het regime.
Zal het hen lukken om de schaduwen van leugens en manipulatie weg te vagen en het licht te laten schijnen op de waarheid die eeuwenlang verborgen is gebleven?
1) De Amsterdamse Wallen
Ikai is op weg naar de universiteit om het collegejaar te openen met een hoorcollege.
”Ekaaiii. Ekaaaiii!” De meeuwen op de viskraam lijken vrolijk zijn naam te roepen.
“Zij vieren het leven", zegt hij tegen een kleurrijke man die zit uit te rusten op zijn rollator.
Beide mannen schieten in de lach als ze de meeuwen op een rijtje zien zitten.
"Ja, het zijn echte filosofen", zegt de man lachend.
"De grootste meeuw vertelt mij dat niets 'goed of slecht' is. Alleen het denken maakt dit onderscheid. Het hart weet."
"Shakespeare", zegt Ikai en brengt zijn handen samen als een groet. De man knikt vriendelijk.
Ikai groet de man en loopt verder.
Ja, het hart weet wat waar is, denkt hij.
Een paar maanden geleden was hij in zijn droom bezocht door een Engel. “Het is tijd om je plaats in het ‘Rad des Tijds’ in te nemen,“ had ze in zijn oor gefluisterd. “Jij weet wat er nodig is. Door de enorme onderdrukking van het menselijk potentieel zal de mens de kracht krijgen om zich te transformeren. De menselijke ziel smacht naar erkenning. De sluier die jullie innerlijk licht verduistert, trekt langzaam op. Jij kan hier wel een handje bij helpen.”
Ikai keek de Engel vragend aan.
“Ja … kijk maar niet zo verbaasd, luilak...”, zei de Engel met een glimlach. “Vergeet de Tien Geboden van onze vriend Mozes. Het is tijd voor Het Elfde Gebod: Laat je Hart spreken in Vrijheid. Dit gebod maakt alle andere geboden overbodig. Het hart weet wat waar is.”
”Wat betekent dat dan?”, had Ikai gevraagd.
“Dat moet je zelf uitvinden”, zei de Engel lachend. “De meeste mensen verstaan mij niet meer. Ik heb jou uitgekozen.”
Als hij over de brug loopt, sluit Ikai zijn ogen en luistert naar de stad. Een blinde man tikt ritmisch met zijn staf tegen de reling. Van onder de brug klinkt het steunen en kreunen van een diesel met een zware last die moeizaam door het water ploegt. De brug trilt. Gehaaste stappen van een jonge vrouw op hoge hakken weergalmen over de gracht. Een vuilniswagen kraakt zijn lading grof huisvuil. Deze stadsgeluiden zijn rauw en doorleefd. Niet zo harmonieus als de geluiden in de natuur, denkt Ikai, maar toch vol schoonheid.
Een half jaar geleden ontvluchtte hij de stad vanwege de corona maatregelen van de overheid en dook onder in het bos om rust te krijgen in zijn hoofd.
Op de Haarlemmerstraat ziet hij Moos druk bezig zijn kledingrekken buiten te plaatsen.
Het geluid van Ikai’s voetstappen doen hem opkijken. “Hoi Moos. Hoe gaat het?”
“Ik leef nog! Wat fijn om je te zien, Ikai! Ik begon mij zorgen te maken.”
“Je zou kunnen zeggen dat ik gevlucht ben”.
“Misschien had ik dat ook moeten doen”, zegt Moos. “Maar ik had nog hoop dat er snel een einde zou komen aan deze nachtmerrie”.
“De wereld kan snel veranderen Moos. Helaas niet ten goede in dit geval. Ik kon het op een gegeven moment niet meer aanzien hoe Amsterdam veranderde in een spookstad en hoe mensen elkaar in het voorbijgaan wantrouwend bekeken. Het bracht nare herinneringen boven. En het werd met de dag schrijnender. Avonds en ‘s nachts kreeg ik apocalyptische associaties.”
“Ja… ik vond het ook schokkend en ik werd razend toen ze angst bleven zaaien, terwijl hun voorspellingen niet uitkwamen. Ongelofelijk, hé! Ze jagen de mensen expres de stuipen op het lijf.
Mijn opa kon er niet van slapen. Logisch vind ik, als je de holocaust hebt meegemaakt. Hij zei steeds: “Leren mensen dan nooit van het verleden?”
Ik ken de verschrikkelijkste verhalen. Daar ben ik mee opgegroeid. Dat trauma raken we waarschijnlijk nooit meer kwijt. Een voordeel is dat ik het doortrapte spel direct doorheb.”
Moos veegt over zijn voorhoofd.
“Van mijn opa weet ik dat de ellende in Duitsland al begon in 1935. Toen werden de Rassenwetten van Neurenberg ingevoerd. De Joden mochten niet meer bij elkaar komen. Parken, bioscopen en musea kwamen ze niet meer in. Al hun grondrechten werden afgepakt. Ze raakten alles kwijt: hun baan, hun bezit, álles! Door alle haatzaaierij, die natuurlijk al veel eerder begonnen was, kwam het op een bepaald moment zover dat de ramen van hun huizen ingegooid werden.
Afijn, wat daarna volgde, is bekend. Het genocide-plan werd uitgerold. En denk maar niet dat de Joden er hier beter voor stonden. Toen Nederland eenmaal bezet was lieten de meeste Nederlandse burgers de Duitsers geholpen door de Nederlandse politie gewoon hun gang gaan. De Nazi’s wisten het zelfs voor elkaar te krijgen dat prominente Joden een Joodse Raad vormden, die bevelen van de Duitsers ging uitvoeren.
Hun eerste opdracht was het voorbereiden van een transport van Joodse dissidenten en werklozen naar een ‘werkkamp’. Uiteindelijk werden alle Joden die meewerkten in 1943 ook op transport gezet.
En zoals je waarschijnlijk weet hebben zeker 100.000 van de 140.000 Joden in Nederland de oorlog niet overleefd. Zonder de verzetslieden en de mensen die Joden bij hen lieten onderduiken, die ik overigens beschouw als de helden van de oorlog, zouden er nog minder Joden in Nederland overgebleven zijn.”
Ikai knikt langzaam.
Ja,“ het is gek”, zegt hij dan bedachtzaam. “Dit keer is een virus met veel oorlogsretoriek tot zondebok verklaard. Het vervolg kun je raden.
Vreemd genoeg vinden veel mensen, gevoed door de media, dat je de vergelijking met de holocaust niet mag maken. Ik zie genoeg overeenkomsten.
Toen werden wetenschappers, beroepsgroepen, families en gezinnen uit elkaar gedreven door de propaganda van Goebbels, die voornamelijk uit angst- en haatzaaierij bestond. Dat zie je nu weer gebeuren.
Dus wat mij betreft zijn de mensen die de connectie niet durven te maken juist ontkénners van de holocaust. Ook de holocaust had een begin en een eind en is niet zomaar uit de lucht komen vallen. Daar is een zorgvuldige voorbereiding aan vooraf gegaan. De genoemde propaganda kwam voort uit de zaadjes die Darwin en Nietzsche al eerder hadden geplant. God is dood en de Übermens werd geboren. In deze tijd zou je het de Deugmens kunnen noemen. Als je dat niet wilt zien, dan maak je een herhaling van een holocaust-achtig scenario juist mogelijk. In 1939 verbood Hitler de joden om te reizen en nam hij hun paspoorten in, om nog maar iets te noemen.
En ik vind het beangstigend om te zien dat ook nu de focus langzaam verschuift van virus naar mensen van vlees en bloed, zoals critici en mensen die zichzelf en hun kinderen niet willen laten injecteren met een experimenteel m-RNA cocktail. Zij worden nu een gevaar voor de samenleving genoemd. Het is ondertussen heel voorspelbaar wat er gaat gebeuren, omdat dit fascistische beleid wereldwijd wordt uitgerold. Dat kan geen toeval zijn. Het psychisch gemanipuleer van emoties en gedachten door de overheid ondermijnt het beoordelingsvermogen van veel mensen.
Mussolini, Hitler en Mengele zouden vol bewondering toekijken hoe hun ideologie weer nieuw leven in wordt geblazen. In Australië worden de concentratiekampen al in gereedheid gebracht. Vreedzame demonstratie tegen dit beleid worden doodgeknuppeld. Bankrekeningen van dissidenten worden bevroren. En dit zijn alleen nog maar oefeningen. Ook in Oostenrijk en Duitsland loop je de kans binnen afzienbare tijd in de gevangenis te belanden als je deze of een volgende injectie niet neemt. De politie is er klaar voor. Door angst en haat te zaaien is de overheid bezig de laatste weerstand weg te nemen. In bijna heel Europa wordt driftig gewerkt aan wetgeving die dit in de toekomst mogelijk maakt.”
Moos knikt. “Je beschrijft precies wat ik ook zie gebeuren, Ikai. Het trieste is dat veel mensen door de framing en manipulatie niet zien wat er werkelijk aan je hand is. Mede daardoor wordt de samenleving steeds verder uit elkaar gedreven.
Ja, het ‘verhaal’ waarmee de overheid kritische mensen demoniseert, is verzonnen in de achterkamertjes.”
Moos loopt rood aan en begint steeds harder te praten.
“Elke wetenschappelijke en ethische onderbouwing ontbreekt om mensen die zich niet laten injecteren of kritiek hebben op de overheid een gevaar voor de samenleving te noemen. De overheid is het gevaar!! Zij voeren oorlog tegen hun eigen burgers.”
Hij zucht even. “Het eerste slachtoffer van elke oorlog is de waarheid”, zegt hij somber. “De medici die zich niet uitspreken over de verspreide leugens, die het beleid ondersteunen uit angst voor reputatieverlies of commercieel belang, zijn medeplichtig aan al het leed dat is veroorzaakt.” Moos trekt met een ruk één van zijn rekken opzij. “De zogenaamde wetenschap is een lachertje geworden. Datzelfde geldt ook voor de rechtspraak. De overheid en multinationals bepalen nu wat waar is. Zij corrumperen politici, influencers, medici, wetenschappers en BNers met behulp van bakken geld om hieraan mee te doen. Op sociale media gebruikt de AIVD zelfs nep accounts om critici te belasteren. Het is ongelooflijk, maar waar! Ikai knikt.
“Maar goed…”, zucht Moos, “ik vrees dat ik volgend jaar moet kappen…en ik ben niet de enige. Eerst de lockdowns, avondklok en nu die torenhoge energie rekeningen. Er wordt werkelijk alles aan gedaan om ons kapot te maken.
De consument zal de hogere prijzen door de enorme inflatie niet kunnen betalen. De rijen bij de voedselbanken worden steeds langer. Het is op... “
Moos wrijft over zijn achterhoofd.
“Deze regering heeft samen met de grootaandeelhouders van de multinationals bedacht hoe ze het midden - en klein bedrijf gaan slopen. Ze willen maar wat graag van die eigenwijze ondernemers af. En hun Boa’s gaan ze daarbij helpen. Duizenden naïeve en slecht opgeleide mensen worden op de bevolking loslaten om dat absurde beleid af te dwingen. Dat doet ook weer sterk denken aan…
In 1940 was het toch de politie die de helpende hand bood aan de Nazi’s?”“Die idioten”, roept Sara, die op de stoep een sigaretje zit te roken.
“Willem en zijn wijfie kregen een prent van zo’n blauwe slet omdat ze naast zijn moeder op een bankje zaten in het park. Weet je hoelang hij daarvoor moet bikkelen?” Ze neemt een gehaaste trek van haar sigaret. “Van mij mag die hele hap oppleuren. En die omhooggevallen pennenlikker - hoe heet-ie ook alweer
heeft het nu ook op onze koters voorzien. ‘Dansen met Jansen’ noemt hij het, die schoelje!”
“Ja, en dat noemt zich dan minister van gezondheid", zegt Moos.
“De hele regering is corrupt. Ik zou wel eens in hun telefoons willen kijken. Er is geen sprake van enige terughoudendheid in hun machtswellust. En dat alles onder het mom van gezondheid, liefde en solidariteit, ja ja! Ik hoop van harte dat er een dag komt dat ze zich niet meer kunnen verstoppen achter hun leugens.”
“Dat hoop ik ook Moos”, zegt Ikai.
Moos krabt zich even achter zijn oor.
“Oh wacht!! Er schiet me wat te binnen. Wacht even Ikai, ik wil je iets laten zien.”
Hij verdwijnt zijn winkel in en komt even later met een krant naar buiten. “Dit is een verzetskrant.”
Op zijn gemak bladert Ikai de krant door. Op de eerste bladzijde staat:
Niet de arts maar de Overheid is aan de hand van vage criteria gaan bepalen wie een drager van het virus is. Op grond van contextloze cijfers en geheime modellen, heeft zij zichzelf gemachtigd vrije burgers gevangen te zetten in hun eigen huis. Dit machtsspel, zo oud als de mensheid, heeft niets met gezondheidszorg te maken. Alleen met politiek.
“Interessant”, zegt Ikai. “Ja, angstige mensen zijn geneigd personen te volgen die zich opwerpen als redder en veiligheid beloven. Onze geschiedenisboeken staan vol met voorbeelden. Eric Fromm, die filosofie en psychologie studeerde in Duitsland, heeft in 1941 Angst voor Vrijheid geschreven.” Al in 1935 vluchtte hij voor het opkomende fascisme naar Amerika.
“Ja”, dat boek dat ken ik,”zegt Moos. Een doodsbange massa verliest zijn kritische vermogens en is bereidt zich te laten leiden.
Even staan beiden nadenkend voor zich uit te staren.
“De volgende vraag die zich aandient, is wanneer komt ‘de hele aap’ uit de mouw”, zegt Moos. “Het is blijkbaar een plan dat voor ons moeilijk te doorgronden is. We zijn vanaf onze geboorte getraind om de logica en de samenhang van systeem-onderdrukking niet te zien. Er zijn te veel rookgordijnen en valse vlaggen. Welke gedachte is van onszelf? Veel mensen leven met de illusie dat ze leven wat ze willen, terwijl ze eigenlijk willen wat ze worden verondersteld te willen.”
Ze worden in hun overpeinzingen gestoord door een groep toeristen die geïnteresseerd rondkijkt.
“Laat ik de rest van m’n handel maar even buiten zetten. Misschien verdien ik nog wat vandaag“, zegt Moos.
Ikai knikt en zegt. “Kom binnenkort een hapje bij mij eten. Dan praten we verder.”
“Gráág Ikai! Het doet goed om eens met iemand te praten die ziet wat er aan de hand is. Ik voel mij vaak eenzaam in mijn gedachten”, zegt Moos.
Na een warme omhelzing en een groet aan Sara, vervolgt Ikai zijn weg.
×