Samenvatting
Steeds meer kinderen hebben te maken met een vorm van hooggevoeligheid. Ze zijn kwetsbaar, heel gevoelig voor indrukken vanuit hun omgeving en vaak erg eigenzinnig. Door hun kwetsbaarheid hebben ze veel houvast en controle nodig. Hans Lemmens benadert deze kinderen vanuit het oogpunt: ze zijn los met hun lichaam verbonden, ze leven meer in hun omgeving dan in hun lichaam. Het elastiek tussen hun lichaam en hun ziel is als het ware een beetje uitgerekt. Dat is ook zo bij kinderen met autisme, alleen in een extremere mate. Autisme wordt in dit boek gezien als een extreme vorm van hooggevoeligheid. En tussen hooggevoeligheid en autisme wordt een groot grijs gebied geconstateerd waarbinnen het voor diagnostici steeds moeilijker wordt een duidelijke grens te trekken.
Dit boek valt tussen verschillende categorieën in. Het heeft iets wetenschappelijks maar is tegelijkertijd persoonlijk. Het is gebaseerd op ervaringen maar schuwt het filosofische niet. Het is vakgericht, maar trekt heel duidelijk lijnen door naar andere gebieden, zoals de cultuurgeschiedenis. Dit kan ook eigenlijk niet anders, want het onderwerp dat erin beschreven wordt valt ook tussen categorieën in.
Het is bedoeld voor ouders, leerkrachten en zorgverleners die met hooggevoelige of autistische kinderen te maken hebben. En verder voor mensen die in zichzelf hooggevoeligheid herkennen en die willen onderzoeken hoe ze hier een zin aan kunnen geven.