Samenvatting
De jacht op de tijd bespoedigt én camoufleert het einde, maar wie het einde der tijden steeds voor ogen houdt, ontvangt het eeuwig leven. Dat is de paradox van de tijd, die ons het wezen der dingen openbaart.
In het licht van de Omega worden de dingen transparant en toont zich de zin als drager van de werkelijkheid. Het zichtbare wordt doorprikt, het onzichtbare blijkt werkelijk. Goed en kwaad zijn niet relatief: de werkelijkheid staat of valt met de gehoorzaamheid aan de goddelijke wetten.
Velen zijn gaan twijfelen aan de mysteries van het geloof, en zij houden de schepping, de incarnatie en het rijk Gods voor louter beeldspraak. Niet verwonderlijk in tijden waar de ene blinde de andere leidt, waar volkeren geïnstrumentaliseerd worden en gehersenspoeld door het gouden kalf. De auteur maakt schoon schip met deze zaken: het geloof vergt inzicht én verdiept het begrip.
Het einde der tijden is een excerpt uit Transatheïsme van dezelfde auteur. Centraal staat de betekenis van ons bestaan in het licht van de Omega. Stapvoets, rationeel, soms abstract maar altijd helder, bevrijdt deze tekst ons van een vandaag alles beheerstend juk: het bedrieglijke discours van de postmoderne arrogantie.
De vier hoofdstukken van het eerste deel behandelen het thema van het einde der tijden elk vanuit een andere gezichtshoek. Het tweede deel gaat over de betekenis van de incarnatie. Het derde deel schetst de nieuwe wereld en het christelijke lijden dat daaraan inherent is. Het waarom van het lijden wordt in het vierde deel verder uitgewerkt.
De lezer wordt uitgenodigd om eventjes stil te staan bij de mogelijke betekenis van enkele waarden die mede het christelijke wereldbeeld en onze beschaving schragen.