Samenvatting
Dalkey is een vredig, saai kustplaatsje op pakweg twintig kilometer ten zuiden van Dublin. Maar niets is wat het lijkt. Het is ook de plek waar Augustinus in een onderwatergrot verschijnt, brigadier Fottrell banden lek prikt om te voorkomen dat mensen in fietsen veranderen en James Joyce, die gewoon nog blijkt te leven, bij de Jezuïeten wil. En dan is er ook nog de waanzinnige geleerde De Selby die op ingenieuze wijze de wereld wil vernietigen, waar Mick en Hackett een stokje voor proberen steken. En ondertussen staat in het Colza Hotel mevrouw Laverty onverstoorbaar achter de bar. In Het Dalkey-archief, de laatste, hilarische roman van het Ierse genie Flann O’Brien, gaan de luiken open, wordt de fantasie ruimhartig binnengelaten en worden de grenzen van de werkelijkheid maximaal opgerekt.