Samenvatting
Verontrustend genoeg zijn er tientallen miljoenen mensen die niet meer vertrouwen op geverifieerde kennis. Ze verwerpen categoriek epistemische autoriteiten als de overheid, de wetenschap en de media. Ze nemen hun toevlucht tot schimmige complottheorieën én speculatie. Met de intrede van de Covid-19-pandemie is dat verschijnsel enkel nog toegenomen. En wanneer er enge politici garen bij spinnen, is het helemaal oppassen geblazen. DW B acht het moment rijp voor een focus over HET COMPLOT, gecureerd door ARNOUD VAN ADRICHEM. Wat is het gevaar van complottisme? Hoe vindt dit fenomeen zijn weg in de literatuur? En moeten complotdenkers wel een stem krijgen in het maatschappelijk debat? Filosofen, sociologen, schrijvers en dichters nemen de handschoen op. Met essays van JOKE J. HERMSEN, RUDI LAERMANS, EMY KOOPMAN en JARON HARAMBAM, een theatermonoloog van PATRICK BASSANT, verhalen van WYTSKE VERSTEEG, SANNEKE VAN HASSEL en BERTRAM KOELEMAN, en gedichten van PAUL DEMETS, ELMA VAN HAREN, ASHA KARAMI, PAUL BOGAERT en IDUNA PAALMAN. Voorts leest u gloednieuw proza van onder anderen FREDERIK WILLEM DAEM, JOEP STAPEL, KOEN SELS en POL HOSTE. ELLEN VAN PELT brengt ons celbrieven van ROGER VAN DE VELDE. Er is poëzie van KREEK DAEY OUWENS en HANS DEPELCHIN. ALFRED SCHAFFER introduceert de Zuid-Afrikaanse dichteres HILDA SMITS.