Samenvatting
In de Jean d’Ardennestraat nummer 50 in Brussel legt Karl Marx in 1848 de laatste hand aan Het Communistisch Manifest, samen met zijn spitsbroeder Friedrich Engels. ‘De geschiedenis van alle tot nu bestaande maatschappijen is de geschiedenis van klassenstrijden.’ Het Manifest zet de op zijn kop staande wereld op zijn voeten. De historische beweging van slavenmaatschappij naar feodaliteit en van feodaliteit naar kapitalisme, is een beweging van strijd. De strijdbeweging wordt gevoerd op stevige economische grond, die van de productie en de klassenverhoudingen daarbij. ‘Vandaag’, schrijft Friedrich Engels, ‘heeft deze strijd de trap bereikt waarop de onderdrukte klasse zich niet meer van haar onderdrukkende klasse kan bevrijden zonder tegelijk de hele samenleving van uitbuiting en onderdrukking te bevrijden.’ Nauwelijks 175 jaar later is Het Communistisch Manifest uitgegroeid tot een van de belangrijkste politieke boeken van de recente geschiedenis. Helder, beknopt en revolutionair. In het voorwoord gaat Peter Mertens op zoek naar de actualiteit van dit baanbrekende Manifest.