Samenvatting
De Zweedse weduwnaar Harald Poppe heeft zich in een opwelling ingeschreven voor een groepsreis naar Frankrijk, naar de Champagne. Tijdens een rondleiding in de kelders van het champagnehuis Cloët-Décleaux dwaalt Harald van de groep af. Hij hoort gekerm vanuit een van de gangen. In de voorraadkelder treft hij een stervende oude man aan. Het blijkt de beroemde proefmeester Anselme Guidot te zijn, al dertig jaar in dienst van het bedrijf en jeugdvriend van de vroegere eigenaresse Vivianne Décleaux. Hij is omgekomen door cyanidevergiftiging; door eigen hand, denkt de politie. Maar Anselmes kleindochter Isabelle gelooft dat niet. Samen met Harald gaat ze op zoek naar een verklaring, waarbij ze worden teruggevoerd naar de tijd van de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog.