Fragment

Het bestuur van Stichting T.O.V.I., dat staat voor “Tot Ontspanning Voor
Iedereen” heeft plannen om de stichting op te heffen. De stichting is direct na de
Tweede Wereldoorlog opgericht en organiseerde kaartavonden, bingowedstrijden,
fietstochten en kegelavonden. Verder staat de stichting garant voor de jaarlijkse
intocht van Sinterklaas en regionale folklore evenementen. Doordat de
maatschappij zich verder ontwikkelt en andere sportverenigingen nu ook dergelijke
activiteiten organiseren, is de belangstelling voor de activiteiten van de stichting
T.O.V.I. afgenomen.

Tijdens de slotvergadering, waarbij iedereen ervan uitging, dat het de laatste
bijeenkomst zal zijn, onthult de penningmeester, dat er op een stille rekening een
aanzienlijk saldo is ontdekt. In het verre verleden is er een legaat op de rekening
gestort door nabestaanden. De vraag is wat er met het geld moet gebeuren?
Zeven leden van de stichting hebben allen een andere mening of bestemming. De
menselijke eigenschappen, jaloezie, hebzucht, enz. komen nu om de hoek kijken.
Waar men voordat het bekend werd, dat er geld te verdelen was, eerlijk met elkaar
omging, loopt men nu het risico, dat de sfeer zal veranderen.
De samenhang binnen het bestuur krijgt te maken met een verdeling. Voorstanders
worden tegenstanders. Zo heeft een lid van de stichting belang bij een deel van
het bedrag, omdat hij privé schulden heeft. Een ander wil trouwen en ziet de
bekendmaking van het nog onbekende aanzienlijke bedrag als een zeer welkome
verrassing. Ook een lid van het dagelijks bestuur, met een zichzelf verworven dure
achternaam, ziet wel iets in het kopen van aandelen.
De slotvergadering die gezellig begon, mondt met verloop van tijd uit in een
heftige strijd. Bovendien is het aantrekkelijker om een aanzienlijk bedrag met vier
personen te verdelen dan met zeven gegadigden. Iedereen wil iets van het grote
geld voor de eigen geldelijke behoeften. Dan zou het toch zo kunnen, dat een van
de leden plotseling van het toneel verdwijnt.
Feit blijft, dat het wettelijk niet is toegestaan om het saldo van een stichting, die
ophoudt te bestaan te verdelen. Het saldo van de rekening, dient, na vereffening
van schulden, te worden geschonken aan een instelling of organisatie die dezelfde
doelstelling nastreeft dan de stichting die wordt opgeheven.

Twee leden van het bestuur, de secretaresse en penningmeester, zijn van deze
wettelijke maatregel op de hoogte, maar hebben niet het voornemen de overige
leden van de stichting hiervan in kennis te stellen. Op deze manier wordt er
‘gespeeld’ met menselijke eigenschappen als jaloezie, hebzucht enz.
Uiteindelijk wordt het aanzienlijke saldo geschonken, volgens de wetgever, aan
een organisatie die voldoet aan de doelstelling van de opgeheven stichting. ×