Samenvatting
Sinds de Toeslagenaffaire regent het rapporten en commentaren over het probleem van de ontoegankelijke overheid: burgers verdwalen in een woud van uitvoeringsorganisaties. Ze worden geacht zelfredzaam te zijn, maar hun (digitale) geletterdheid is ontoereikend. De overheid heeft haar ‘loketfunctie’ verzaakt en moet haar dienstverlening laagdrempeliger maken. Zij moet zorgen dat iedereen weer mee kan doen. In de Bataafse Republiek, zoals Nederland na de revolutie van 1795 ging heten, bestond er geen Dienst Toeslagen, en ook geen duo, cbr, ind, svb, uwv, ciz of Nationale Ombudsman. Het in 1796 opgerichte parlement fungeerde als het centrale loket voor de meeste nationale overheidstaken. In plaats van de huidige wildgroei aan digitale portalen en communicatiekanalen verliep alle dienstverlening via een uniforme procedure van indiening en beoordeling van verzoekschriften. In de zevende Daendelslezing stelt politiek historicus Joris Oddens zich de vraag wat dit betekende voor de toegankelijkheid van de Bataafse overheid. Wie kon er meekomen in de Bataafse Republiek? Kunnen we, nu vereenvoudiging van de overheidssystemen zo hoog op de politieke agenda staat, iets leren van het rudimentaire Bataafse model?