Samenvatting
De Nederlandse (post)koloniale cultuur en literatuur zit vol verrassingen. Wat onbelicht was, wordt in deze veelzijdige bundel uitgelicht en wat misschien wel bekend leek, krijgt een totaal nieuwe belichting. De 24 bijdragen beslaan maar liefst vier eeuwen en hebben betrekking op alle streken waarmee Nederland ooit een koloniale band had: Nederlands-Indië, het Caraïbisch gebied en Zuid-Afrika. Maar het gaat natuurlijk ook over de cultuur die migranten meebrachten naar en creëerden in het nieuwe Nederland. Matrozenliedjes en kookboeken passeren de revue, de dansen uit de slaventijd, de teloorgang van de Surinaams-Javaanse gamelan en de twintigste-eeuwse bemiddelaars van ‘zwarte kunst’. De Indische njai schuift voorbij en een melancholische Sjahrir. Het werk van vele schrijvers wordt tegen het licht gehouden, onder meer van Albert Helman, Geert Mak, Astrid Roemer, Anil Ramdas en de allerjongste Caraïbische generatie.