Samenvatting
Kluchten en blijspelen werden in de zeventiende eeuw opgevoerd na een ernstig toneelspel. Ze waren vooral bedoeld om het publiek te laten lachen. Maar in de humoristische scènes werden ook kritische boodschappen verpakt. Deze gingen bijna altijd over wangedrag in het dagelijks leven: de pronkerige mode, het gesjoemel van advocaten, het hooghartig gedrag van meiden, de kwalijke gevolgen van kwaadsprekerij. Commentaar geven was gevaarlijk. Het publiek kon boos worden of weglopen en de autoriteiten konden een toneelstuk verbieden of een toneelschrijver straffen. Johanna Ferket onderzocht meer dan honderd zeventiende-eeuwse komische toneelstukken uit de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Ze laat zien dat de toneelschrijvers verschillende literaire strategieën gebruikten om de publieke opinie te beïnvloeden. Zelfs hoeren en dronkenlappen blijken dan soms de waarheid in pacht te hebben.