Samenvatting
Muhyi al-Din ibn al-Arabi, bekend als de ‘Grootste Meester’, is waarschijnlijk de meest invloedrijke denker en soefi uit de islamitische geschiedenis. In zijn kosmologie speelt de wereld van de verbeelding een cruciale rol als de noodzakelijke aanvulling op het rationele denken. De tussenwereld van de verbeelding is even reëel als de zichtbare kosmos en de onzichtbare wereld. De verbeelding helpt de mens zichzelf te ‘vinden’ en te bestaan. Voor Ibn al-Arabi is er ‘eenheid van vinden’ en ‘eenheid van zijn’ in de diversiteit van de uitdrukkingsvormen van de integrale mens. Die diverse uitdrukkingen zijn afstralingen van eenzelfde oerbron van liefde. Voor Ibn Al-Arabi stelt religieuze diversiteit dan ook geen ‘probleem’ zolang de mens zichzelf (en zijn ego) maar leert kennen. Deze kennis brengt hem bij de Bron (Allah) van waaruit hij het leven kan ervaren en ontvangen. Volgens Ibn Al-Arabi hebben alle religies deel aan dezelfde verbeeldingswereld en manifesteren de verschillen zich louter op het vlak van vormen en overtuigingen.