Samenvatting
Hindoeïsme en christendom hebben al zeer lang een troebele verhouding. De auteur schetst de geschiedenis van hun wisselwerking en de inherente moeilijkheden die bij elke ontmoeting tussen die twee te voorschijn komen: de reinheidstaboes, het verwijt van afgoderij, de verschillende opvatting over de dood of het statuut van de vrouw. Daarbij gaat de auteur de pijnpunten niet uit de weg. Hij wijst op de fundamentele en onherleidbare verschillen, maar boort ook een niveau aan van gemeenschappelijke zienswijzen tussen hindoeïsme en christendom die het verschil maken tussen enerzijds hindoeïsme en christendom, anderzijds de andere "abrahamische" en heidense religies.