Samenvatting
Rond het jaar 1900 maakten zowel de Nederlandse letteren als de stad Den Haag ingrijpende ontwikkelingen door. De romans werden moderner, experimenteler, en vooral vrijmoediger. Deze bundel bespreekt romans van bekende Haagse auteurs als Louis Couperus en Marcellus Emants, maar ook van minder bekende, indertijd populaire schrijvers als Jeanne Reyneke van Stuwe, Henri Borel, en Cornélie Noordwal. Alle teksten, waaruit ter illustratie ook ruimhartig wordt geciteerd, spelen zich af in Den Haag. Ze geven een fascinerend inkijkje in met name het vaak nogal onstuimige liefdesleven van de hoofdpersonen, een ‘hartstocht’ die zich in het gezapige Haagse rond 1900 vaak in het geniep, als het ware ‘achter de horren’, moest afspelen. En passant komen ook aanverwante thema’s aan de orde, zoals Haagse straatbeelden, de ‘hartstochtelijke’ liefde voor of juist afkeer van de stad, en het leven van Haagse mensen uit de ‘hogere’ kringen, uit de Haagse politiek, maar ook uit de wereld van winkelpersoneel en dienstbodes. Hartstocht achter de horren nodigt de lezer uit om zich te verplaatsen in de ‘couleur locale’ van het Haagse realisme van zo’n dikke eeuw geleden. Het beoogt evenzeer een mogelijk ‘feest der herkenning’ te zijn als een verlokking om nader met deze auteurs en hun werk kennis te maken — voor Hagenaars en Hagenezen, maar natuurlijk ook voor leesgrage belangstellenden van elders. Wim Tigges, (gast)docent en onderzoeker Moderne Letterkunde in Leiden, onder meer gespecialiseerd in de esthetiek van de laat- 19e-eeuwse roman, is geboren, getogen en woonachtig in Den Haag.