Samenvatting
De rol die de bekwame Amsterdamse joodse arts Hartog de Hartog Lémon speelt gedurende de Franse Tijd is in vele opzichten fascinerend. Als secretaris van de joodse patriottendub Felix Libertate zet hij zich met succes in voor de wettelijke gelijkberechtiging van de Nederlandse joden. Als na de afkondiging van het emancipatiedecreet in 1796 joden niettemin gediscrimineerd blijven, vinden Lémon en zijn joodse geestverwanten steun bij de meest radicale politieke groepering: de unitarissen. Voor deze partij worden Lémon en de bejaarde Herman Bromet in September 1797 afgevaardigd naar de Nationale Vergadering. Zij zijn daarmee de eerste joodse volksvertegenwoordigers in Europa. In januari 1798 is Lémon actief betrokken bij een unitaristische staatsgreep, die ertoe leidt dat Nederland voor het eerst een betrekkelijk democratische grondwet krijgt. Na een tweede staatsgreep in juni is Lémons rol in de politiek echter voorlopig uitgespeeld.
Lémon heeft de tijd niet mee om vorm te geven aan zijn ideaal de onderontwikkelde straatarme Amsterdamse joodse proletariërs op te voeden tot beschaafde arbeidzame goed geïntregeerde Nederlandse burgers. Na de inlijving van het koninkrijk Holland bij de Franse staat in 1810 wordt de armoede onder het joodse proletariaat door Napoleons roofbouw op de Nederlandse economie echter schrijnender dan ooit. In februari 1813 raakt Lémon betrokken bij een soort samenzwering tegen de Franse machthebbers. Op last van Napoleon moet hij in het kasteel van Ham, een elitegevangenis in de buurt van Amiens, zijn straf uitzitten. Bloemgarten vond in de Archives Nationales in Parijs belangrijke documenten, die een onverwacht licht werpen op de rol die Lémon in werkelijkheid bij deze samenzwering heeft gespeeld.
Salvador Bloemgarten is historicus en schreef eerder een biografie over de vakbondsleider Henri Polak en talloze artikelen over het Amsterdams joods proletariaat.