Samenvatting
Sinds 1989 is handel met voorwetenschap in Nederland strafrechtelijk gesanctioneerd. In navolging van Richtlijn 2003/6/EG kwam daar in 2003 de bestuursrechtelijke handhaving bij. Op dit moment bestaan beide handhavingswijzen naast elkaar, waarbij de één de ander uitsluit. Wanneer bestuursrechtelijk dan wel strafrechtelijk gehandhaafd dient te worden, is niet duidelijk. De discussie omtrent welke instantie bevoegd is tot handhaving speelt al decennia lang en niet alleen op het gebied van het financieel strafrecht. Met de komst van nieuwe Europese regelgeving, Verordening 596/2014, is wellicht de tijd rijp om een einde te maken aan deze discussie. In dit onderzoek gaat mr. C.J.W.M. (Charlotte) Lintsen in op de achtergrond van bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving van handel met voorwetenschap. Tevens kijkt zij naar de toekomst en onderzoekt zij of het naast elkaar bestaan van beide handhavingswijzen nog wel wenselijk is in het licht van de nieuwe Europese regelgeving.