Samenvatting
In de nasleep van ongevallen bij bedrijven die werken met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen (Brzo-bedrijven) kan het handelen van toezichthouders onder een vergrootglas komen te liggen. In het huidige onderzoek werden toezicht, regelovertreding en handhaving in de aanloop van acht veiligheidsincidenten bij Brzo-bedrijven bestudeerd. In een aantal ongevalscasussen was volgens inspecteurs geen sprake van regelovertreding, omdat was voldaan aan de inspanningsverplichting die volgt uit de geldende doelregelgeving. Indien er wel sprake was van oorzakelijke regelovertreding, bleek deze in geen van de onderzochte casussen gedetecteerd tijdens eerdere inspecties. Detectie werd onder meer bemoeilijkt door begrensde inspectiecapaciteit, verschil tussen papieren en operationele werkelijkheid, verminderde focus op nieuwe risico’s en het ontbreken van (zeer) specialistische kennis. De huidige bevindingen tonen aan dat de potentie van nieuwe reguleringsstrategieën als doelregelgeving en systeemgericht toezicht enkel onder de juiste omstandigheden kan worden geëffectueerd. Inspecteurs dienen te beschikken over voldoende toezichtscapaciteit, informatie en expertise om veiligheidssystemen te beoordelen en over het zelfvertrouwen en de bestuurlijke steun hieraan gevolgen te verbinden. Daarnaast dient te worden geanticipeerd op voorstelbare, nieuwe risico’s. Desondanks blijft het vaststellen van geaccepteerde risico’s via onderbouwde risicoprioritering onvermijdelijk.