Samenvatting
In onze huidige maatschappij wordt er steeds meer belang gehecht aan dierenwelzijn. Leden van de eerstelijnshulp zoals de politie en de inspecteur-dierenarts worden steeds vaker gevraagd om in te grijpen bij onregelmatigheden. Dieren zijn op verschillende manieren verweven met ons dagelijks leven en ieder aspect vraagt om een aangepaste wetgeving. Een parate kennis hiervan laat toe om deze interventies vanaf de eerste vaststellingen efficiƫnt aan te pakken. Het eerste deel van dit herziene handboek omvat begrippen, afkortingen en richtlijnen met het oog op kwaliteitsvolle vaststellingen, de nieuwe aanpak bij inbeslagname en het opstellen van een proces-verbaal. Vooral de dierenwelzijnswet van 14 augustus 1986 vormt hierbij de basis voor de verbaliserende overheden. Ook het doen naleven van andere, diergerelateerde wetgeving, zorgt onrechtstreeks voor meer levenskwaliteit, onder andere bij het gebruik van dieren voor landbouw- of vermaakdoeleinden, de invoer van uitheemse soorten in het kader van CITES, het Soortenbesluit en de jachtwetgeving maar ook met betrekking tot het transport en het slachten van dieren.