Samenvatting
Hoe komen ouders in de problemen? Het antwoord zit verborgen achter een gordijn van fabels over kinderen, ouders en opvoeding. In dit boek wordt het gordijn opzij geschoven en krijgt de lezer de feiten voorgelegd. Hieruit blijkt dat een kind grootbrengen niet alleen interessanter is dan wat men er doorgaans overleest, maar vooral minder voorspelbaar en minder controleerbaar. Hoe komt het bijvoorbeeld dat de ene ouder níet in de problemen komt en de andere wel, terwijl ze allebei even goed of slecht zijn toegerust voor het ouderschap en even moeilijke kinderen hebben? Alice van der Pas beargumenteert dat niet ouders of het kind bepalen of het lukt om een kind goed groot te brengen, maar dat zogenaamde 'bufferprocessen' een minstens zo belangrijke rol spelen. Wanneer hulpverleners hun aandacht anders richten - minder op ouder en kind, en meer op de processen die én kinderen én ouders moeten beschermen - zullen zij minder moeite hebben met 'moeilijke ouders', en ouders minder moeite met hulpverlening. Na het succesrijke Naar een psychologie van ouderschap voert dr. Alice van der Pas in dit boek de lezer mee naar een absoluut nieuwe manier van denken over 'problemen' van ouderschap. Heikele onderwerpen gaat zij daarbij niet uit de weg. Zij schrijft voor de beroepskracht die met ouders of kinderen werkt, maar het algemene karakter van dit boek en de toegankelijke stijl maken het ook voor ouders uitdagende leesstof. Het gaat tenslotte over hen!