Samenvatting
Uit een lumineus idee van een jonge Nederlandse notaris ontstaat na de Tweede Wereldoorlog een weelderig belastingparadijs. Curaçao wordt een fiscaal toevluchtsoord voor duizenden bedrijven die er wel geregistreerd maar niet daadwerkelijk gevestigd zijn. In de jaren tachtig komt de klad erin. Sindsdien wringen trustkantoren, banken en overheid zich in allerlei bochten om deze belangrijke economische sector overeind te houden. Dat gaat moeizaam, maar er is groot geld gebleven. Van onder meer PepsiCo, Ikea, Luxaflex en vermogende particulieren zoals George Soros. Ook dubieus geld; de kwesties stapelen zich op. Curaçao wordt op de huid gezeten door internationale organisaties zoals de OESO,die tax-havens de wacht heeft aangezegd. Op 31 december 2019 komt er een einde aan de oude regeling die Curaçao zo aantrekkelijk maakte voor de offshore. Het afscheid nadert. In dit boek laat Ton de Jong zijn licht schijnen over de gecompliceerde internationale ¬ financiële wereld van Curaçao. Hij onderzoekt wat het eiland mogelijk te wachten staat. Vijfentwintig aansprekende cases illustreren de feiten en de interviews. Ton de Jong (1954) is onderzoeksjournalist met als specialisme Curaçao. Eerder publiceerde hij over de olieraffinaderij en het religieus erfgoed van het eiland.