Samenvatting
De Vroege Middeleeuwen staan vooral bekend als de 'Dark Ages', wat een beeld geeft van een tijd van achteruitgang, onrust en duisternis na het vertrek van de Romeinen uit onze streken. Het begin van de Middeleeuwen, de Merovingische periode, ontbreekt in de schoolboeken en men denkt dat we er niets van weten. Maar er is uit de vijfde tot en met de zevende eeuw juist heel veel opgegraven in Nederland. Spectaculaire goudschatten en rijke grafvelden vol persoonlijke luxe en statussymbolen als sieraden, glaswerk en wapens laten zien dat dit een voorspoedige tijd was, waarover veel te vertellen is. Recent archeologisch onderzoek van dorpen uit de Vroege Middeleeuwen leverde daarnaast veel nieuwe informatie op over hoe mensen woonden, over huizenbouw, nederzettingspatronen, vroege industrie, rituelen en identiteiten. Het leven in Merovingisch Nederland blijkt rustiger en welvarender te zijn geweest dan altijd is gedacht, vanwege een gunstige verhouding tussen land en mensen. De dorpen in het huidige Nederland blijken deel uit te hebben gemaakt van een fijnmazig wereldwijd handelsnetwerk, waardoor over de hele breedte van de samenleving veel toegang was tot luxe producten. Ook blijkt uit skeletonderzoek dat mensen in deze periode gezonder waren dan daarvoor en daarna. Het bredere idee van de eerste Middeleeuwen moet eveneens bijgeschaafd worden: zo waren de bekende 'volksverhuizingen' vooral langzame volksverschuivingen en blijkt ook de introductie van het Christendom een lang proces met veel individuele keuzevrijheid.