Samenvatting
Begin 1643 vertrok een vloot onder bevel van Hendrick Brouwer vanuit Recife naar het zuiden van Chili. De schepen waren van extra geschut voorzien, hadden bouwmaterialen voor een fort aan boord en waren bemand met 650 zeelieden en soldaten. Delen van West-Afrika en Brazilië waren al in bezit van de West-Indische Compagnie en de verovering van Chili moest het sluitstuk worden van een Nederlands imperium op het zuidelijk halfrond. Johan Maurits van Nassau, de gouverneur van Nederlands-Brazilië, had het initiatief tot de expeditie genomen. Hij wilde een bondgenootschap sluiten met de indianen van Zuid-Chili die eerder tegen de Spaanse veroveraars in opstand waren gekomen. Samen met hen hoopte hij de rijke zilvermijnen van Potosí in de Andes te veroveren.
De expeditie van Brouwer ging door een gevaarlijk en nauwelijks bevaren zeegebied. Tijdens de tocht ontdekte men een nieuwe toegang tot het zeegebied tussen Zuid-Amerika en Antarctica; destijds Brouwersgolf gedoopt maar tegenwoordig Drake Passage geheten. Eind april 1644 bereikten de Nederlanders het eiland Chiloë waar zij Spaanse doelen aanvielen en indiaanse bondgenoten aan boord namen voor de bezetting van de noordelijker gelegen stad Valdivia, het einddoel van de reis. Brouwer stierf echter voordat het einddoel was bereikt. Door tactloos optreden van zijn opvolger Elias Herckmans tegen de indianen mislukte de expeditie. Hij leidde de terugtocht naar Recife waar de schepen een jaar na hun vertrek voor anker gingen. De aanval op Zuid-Chili was niet het gedroomde sluitstuk van een Nederlandse imperium op het zuidelijk halfrond maar luidde de neergang van Nederlands-Brazilië in.
Goud en Indianen is een tijdens de reis bijgehouden journaal, met daarin opgenomen brieven over de communicatie tussen de schepen en de verhoren van gevangen genomen Spanjaarden en indianen, geven een uniek inzicht in het verloop van deze vrijwel onbekende expeditie.