Samenvatting
'Goëtia' verscheen in 1893 en handelt over zeer on-Hollandse zaken als satanisme, occultisme, symbolisme, anarchisme, drugs, decadentisme en terrorisme. Goëtia, ‘priesteres der zwarte kunst’, is de naam waaronder de Russische jonge knappe moderne heks Olga salon houdt in het decadente Parijs van de jaren 1890. Een belangrijke rol is weggelegd voor Satan: ‘de gedienstigen, schalkse, vrolijke Satan, die Genot belooft in plaats van Ontbering, Wellust biedt in plaats van Ascetisme.’ De roman gaat tevens over historische figuren uit het occultisme als Joséphin Péladan en Stanislas De Guaita en is sterk beïnvloed door 'Là-bas' (1891) van J.-K. Huysmans. Hoewel het in zijn tijd gretig gelezen werd, is het tegenwoordig zo goed als vergeten en de oorspronkelijke uitgave zo goed als onvindbaar. Met deze uitgave is deze bijzondere Nederlandse roman uit het fin de siècle, van Europees belang, voor het eerst na ruim honderd jaar weer beschikbaar. Bas Jongenelen verzorgde de tekst in moderne spelling en Sander Bink schreef de inleiding.