Samenvatting
'De Dominicaan bij uitstek. Hoog, helder, waardig en schrander.' Zo omschreef bekeerling en literator Herman de Man de dominicaan Marcolinus Gijlswijk, die hem in 1927 doopte. Een rake typering van de sociale status, beoogde uitstraling, rationele inslag en intellectuele ambitie van de Nederlandse dominicanen. In haar in alle opzichten indrukwekkende boek beschrijft Marit Monteiro hoe de tamelijk ongeorganiseerde groep priesterreligieuzen uit de negentiende eeuw zich ontwikkelde tot een gezichtsbepalende religieuze gemeenschap aan de frontlinie van de kerkelijke vernieuwingen. In antwoord op wat zij als 'de tijdgeest' verstonden, vonden de dominicanen hun collectieve identiteit steeds opnieuw uit. Monteiro belicht zowel het gewilde als het ongewilde erfgoed binnen dit proces en biedt, vanuit een gender-perspectief, verrassende inzichten in de interne organisatie en structuur van deze mannengemeenschap.
Gods predikers laat zien hoe priesterreligieuzen als de dominicanen tot diep in de twintigste eeuw hun stempel hebben gedrukt op de Nederlandse katholieke kerk.