Samenvatting
De vrouwen van de art nouveau zijn geen echte vrouwen. Het zijn verleidelijke halfnaakte nimfen, of juist boze en in zichzelf gekeerde heksen. Pin-upgirls of schikgodinnen. Voor vrouwen bestonden er kunstmatige tweedelingen: heilige of heks, maagd of verleidster. Dit was typerend voor het eerste decennium van de 20ste eeuw, waarin massaconsumptie, reclame, visuele uitingen en psychologische onzekerheid hoogtij vierden. En het lijkt verdacht veel op de tijd waarin wij nu leven. Hoe werd de vrouw in de veranderende visuele cultuur rond 1900 ingezet? De positie van de vrouw was weliswaar in beweging, maar de emancipatiebewegingen waren eigenlijk pas net op gang gekomen. In de art nouveau (ook wel jugendstil genoemd) kregen vrouwen als makers nog maar weinig kansen. In dit boek zijn vrouwen te zien in werk van Alphonse Mucha, Gustav Klimt, Aubrey Beardsley en René Lalique. Daarnaast is er aandacht voor vrouwelijke kunstenaars als Loïe Fuller, Sarah Bernhardt, Wilhelmina Drupsteen, Käthe Buchler en Sylvia Pankhurst. Behalve de strijd om vrouwenrechten komen ook de ontwikkelingen op het gebied van toegepaste kunst aan bod. Godinnen van de art nouveau werpt nieuw licht op een tijdperk zonder weerga en kijkt naar de rol van de vrouw in de kunst die toen de dienst uitmaakte. Geïdealiseerd in de beeldende kunst, verleidelijk in tijdschriften en op reclameposters.
De vrouwen van de art nouveau zijn geen echte vrouwen. Het zijn verleidelijke halfnaakte nimfen, of juist boze en in zichzelf gekeerde heksen. Pin-upgirls of schikgodinnen. Voor vrouwen bestonden er kunstmatige tweedelingen: heilige of heks, maagd of verleidster. Dit was typerend voor het eerste decennium van de 20ste eeuw, waarin massaconsumptie, reclame, visuele uitingen en psychologische onzekerheid hoogtij vierden. En het lijkt verdacht veel op de tijd waarin wij nu leven. Hoe werd de vrouw in de veranderende visuele cultuur rond 1900 ingezet? De positie van de vrouw was weliswaar in beweging, maar de emancipatiebewegingen waren eigenlijk pas net op gang gekomen. In de art nouveau (ook wel jugendstil genoemd) kregen vrouwen als makers nog maar weinig kansen. In dit boek zijn vrouwen te zien in werk van Alphonse Mucha, Gustav Klimt, Aubrey Beardsley en René Lalique. Daarnaast is er aandacht voor vrouwelijke kunstenaars als Loïe Fuller, Sarah Bernhardt, Wilhelmina Drupsteen, Käthe Buchler en Sylvia Pankhurst. Behalve de strijd om vrouwenrechten komen ook de ontwikkelingen op het gebied van toegepaste kunst aan bod. Godinnen van de art nouveau werpt nieuw licht op een tijdperk zonder weerga en kijkt naar de rol van de vrouw in de kunst die toen de dienst uitmaakte. Geïdealiseerd in de beeldende kunst, verleidelijk in tijdschriften en op reclameposters.