Samenvatting
Na drieënveertig jaar op aarde grijpt de lichtwereld in in het leven van Sigrid Karssens. De poort naar de metafysische werelden wordt wagenwijd opengezet. Mariaverschijningen, ontmoetingen met buitenaardsen, hybride kinderen en goden uit vervlogen tijden volgen. Sigrid ontmoet hen tijdens uittredingen in haar slaap.
Op uittredingsmomenten is haar trillingsfrequentie zo hoog dat ze zich naar andere werkelijkheden kan begeven. Daar heeft ze met dagbewustzijn ervaringen. Ze reist naar parallelle Aardes waar oogverblindende natuur is en wilde dieren hun natuurlijke nieuwsgierigheid tonen. Ze begeeft zich naar ruimteschepen en tussensferen waar ze wordt herenigd met haar hybride kinderen en behandelingen krijgt. Ze ontmoet geliefden buiten tijd en ruimte. Er is contact met wezens uit de onderwereld.
Hoe mooi en zinvol deze ervaringen ook zijn, toch ontstaat er een gekartelde wond in haar hart, door heimwee en gemis naar de soms volmaakte werelden en haar hybride kinderen, als ze langere tijd onthouden wordt van deze nachtelijke reisjes. Haar menszijn en de vreugdevolle aanwezigheid op aarde blijken minder vanzelfsprekend nu er ook andere mogelijkheden beschikbaar zijn.
In dit baanbrekende en avontuurlijke boek komen oeroude verborgen kennis en informatie uit de verre toekomst samen. Op heldere en meeslepende wijze doet ze verslag van haar ervaringen. Daarnaast beschrijft ze het pad van heling dat heimwee, gemis en uitreikend verlangen definitief oplost, en ze zichzelf als mens kan heiligen.