Samenvatting
Op vakantie in Zwitserland wordt een zeventienjarig Nederlands meisje hopeloos verliefd op een Zuid-Italiaanse metselaar. 'Je ne crois pas en l'amour', zegt Gino wanneer hij Gaby ontmoet, 'ik geloof niet in de liefde'. Op dat moment begint haar missie om hem te bewijzen dat liefde wel bestaat. Vijfendertig jaar later, na een enerverend leven samen, slaat het noodlot toe en wordt Gino getroffen door een zwaar herseninfarct. Dit boek beschrijft het laatste jaar van Gino, de hoop, het verdriet, maar ook de nachtmerrie die de verpleeghuizen blijken te zijn. De Italiaanse familie die regelmatig leven in de brouwerij komt brengen, het gevecht met de artsen en de moeilijke taak die Gaby op zich neemt wanneer ze besluit zelf een groot deel van de zorg op zich te nemen. Het boek gaat over de gevolgen van een herseninfarct, over cultuurverschillen, over de Nederlandse gezondheidszorg. Maar vooral gaat het boek over het wonder van de liefde.