Samenvatting
Amores schrijft in het Sarnāmi als eerbetoon aan de voorouders die als Brits-Indische immigranten naar Suriname gingen. 'De moeizame geboorte van een Sarnāmi dichteres - of niet? (...) De eerste reden was dat vanaf het begin breed onderkend werd dat hier een bijzonder talent aan het woord was, een natuurtalent, iemand die niet schreef vanuit inzichten opgedaan door een gedegen hogere opleiding, maar recht uit het hart van de Hindostaan. Bijna spelenderwijs vervlocht dit talent de Hindostaanse cultuur in gedichten rijk aan metaforen: dur men hamār pāche ujālā bhāgal ek ghonghā ke pithi par ver achter mij vluchtte al het licht op de rug van een slak En tegelijkertijd met een directe evocerende kracht in de manier waarop zij situaties neerzette: bahat āwe udāsi har rastā se ankhiyan khirkiyā tāke jaun khatkhatā hai hawā men de leegte stroomt van alle kanten toe en de ogen kijken naar het venster dat kleppert in de wind De tweede reden was dat het een auteur in Suriname zélf was die meehielp het Sarnāmi reliëf te geven.' Michiel van Kempen. Foto auteur: Massoud Memar