Samenvatting
De migratie van de voorbije eeuw maakt onze samenleving vandaag superdivers. Dat zie je ook in gezinnen. Steeds meer kinderen groeien op in gezinnen waar een of beide ouders een migratieachtergrond hebben. Steeds meer gezinnen leven over grenzen heen, als deel van transnationale families.
De oorlog in Oekraïne en de nieuwe vluchtelingencrisis zet op korte termijn de vraag naar opvang hoog op de agenda. Maar wat morgen? Aan welke begeleiding hebben vluchtelingengezinnen nood? En ruimer, hoe gaan we om met de groeiende diversiteit?
Die superdiversiteit weerspiegelt zich nog onvoldoende in het gezinsbeleid. Een zogenaamde universele aanpak houdt onvoldoende rekening met de diversiteit van gezinnen of gezinsleden. Beleidsmakers doen zo niet altijd recht aan de specifieke noden van gezinnen. Het migratie- en asielbeleid zet het recht op een gezinsleven voor migranten en erkende vluchtelingen onder druk. Hulpverleners zijn zoekende hoe ze divers-sensitief kunnen werken op maat van gezinnen.
In dit boek brengen we wetenschappers en praktijkmensen samen die werken met en over gezinnen met een migratieachtergrond, met bijzondere aandacht voor vluchtelingengezinnen. Samen onderzoeken we hoe hulpverlening en gezinsbeleid beter kunnen inspelen op de groeiende superdiversiteit van gezinnen in België, zodat alle gezinnen hun recht op een volwaardig gezinsleven kunnen waarmaken.
Dirk Geldof, Kaat Van Acker, Gianni Loosveldt en Kathleen Emmery (reds.) zijn onderzoekers verbonden aan de Odisee Hogeschool. Naar aanleiding van de Internationale Dag van het Gezin brengt het Kenniscentrum Gezinswetenschappen jaarlijks een publicatie uit.
Met bijdragen van Pascal Debruyne, Hilde De Smedt, Kathleen Emmery, Katja Fournier, Dirk Geldof, Mieke Groeninck, Kim Lecoyer, Gianni Loosveldt, Geert Matthys, Samira Oizaz, Mieke Schrooten, Birsen Taspinar, Miet Timmers, Kaat Van Acker, Roos-Marie van den Bogaard, Simonne Vandewaerde, Roxanne Vanhaeren en Claire Wiewauters.