Fragment
De politieauto reed door Ballum. ‘Hoeveel mensen werken er bij de VVV?’ Agent Bakker keek mij bevreemd aan. Nog voordat hij iets kon zeggen, reageerde zijn collega: ‘In het naseizoen drie parttimers en één vaste kracht, Liesbeth Brouwer, maar zij ligt in het ziekenhuis in Groningen voor een operatieve ingreep.’ ‘Kanker’, vulde de bestuurder aan. Ik knikte begripsvol: ‘Zijn de parttimers allemaal vrouwen?’ ‘Twee vrouwen en in de weekenden één student’, agent de Groot trok zijn wenkbrauw op. ‘Waarom wilt u dat weten, inspecteur?’ ‘En één van de twee vrouwelijk parttimers is een stuk ouder dan het slachtoffer?’ De bestuurder knikte: ‘Rinie de Boer, 53 jaar.’ ‘Ik ben haar vandaag drie keer tegengekomen.’ Verbaasd keek de bestuurder mij aan: ‘Rinie de Boer?’ Ik schudde met mijn hoofd: ‘Nee, het slachtoffer. Vanmiddag bij de VVV om het huurcontract voor het appartement te verlengen en daarna bij het optreden van The Swashbucklers…’ De Groot onderbrak mij: ‘Ik wist niet dat u een liefhebber van punk bent.’ De bestuurder deed ten overvloede ook een duit in het zakje: ‘Wat een afschuwelijke klereherrie.’ ‘Het was apart. Niet iets om op te zoeken op Spotify…’, ik haalde diep adem. ‘En later op de avond heb ik haar bij het VVV-gebouw in een auto zien stappen.’ ‘Wat deed u zo laat in de haven?’, vroeg de bestuurder onbeschaamd. ‘Frikandellen scoren in de snackbar.’
Bij de bushalte ter hoogte van het Westerpad, sloeg de politieauto linksaf. Op een bord naast de weg stond vermeld: Camping Middelpôlle met een pijl. ‘Het Kweekbos is een stukje verder door… na de camping.’ Ik knikte begrijpend: ‘Zijn er getuigen?’ ‘Hier links ligt de camping’, de bestuurder wees naar een verlicht bord aan de linkerkant bij een privéweg. ‘Nog een kleine 150 meter en dan gaan we rechtsaf het Kweekbos in.’ Agent de Groot bleef vooruit naar de donkere weg kijken: ‘Voor zover bekend zijn er geen getuigen. Hier rechts!’ De bestuurder draaide het stuur en klikte het groot licht aan. De politieauto reed een fietspad op. ‘Zo dadelijk rechtsaf… even opletten. Hier naar rechts.’ Het donkere bos maakte geen uitnodigende indruk op mij. Hier en daar waren er open stukken grond. Op de Veluwe was het heidegrond geweest, maar hier op Ameland vermoedde ik dat het meer duingrond was met diverse grassoorten. De Groot wees schuin naar links: ‘‘Ziet u het licht daar tussen de bomen? Dat is de plaats delict.’
Een surrealistisch gezicht met de bewegende lichten en drie witte pakken die tussen de bomen door lijken te bewegen als opgewonden Noorse trollen die watertandend het offer van de slacht wellustig bekijken. De zoveelste manifestatie van de dood die uitgebreid wordt gedocumenteerd, compleet met tientallen foto’s en video’s. Uiteindelijk samengevoegd in een zeven of acht centimeter dikke dossiermap, die het begin van het rechercheonderzoek vormt om de vijf basale vragen te beantwoorden: Wie is het slachtoffer? Wat is het moordwapen? Wat is het motief van de dader of daders?
×