Samenvatting
Het goddelijke in mezelf is een zelf-organiserend principe, dat zowel in het verleden als in de toekomst kan kijken. Om van daaruit de juiste beslissingen voor mij te nemen. Een soort aarts-intuïtie dat ergens boven me zit en m’n leven met me meekijkt. Vooral het goddelijk weten is belangrijk. Achter al haar wrede spelletjes met het menselijk lot iets van een verborgen doel schuilgaat, dat een superieure kennis van de levenswetten lijkt te weerspiegelen. Dat is voor mij de Godin, die gezorgd heeft dat ik ben wie ik nu ben en dat ik dingen doe die van mij zijn. Tot het mijne gemaakt. Dat is nu op m’n plaats ben, gearriveerd heet dat in menselijke kringen. Met haar ben ik continu op weg om het Zelf te ontdekken. De kern van mijn bestaan. De nooit opdrogende bron van energie, de leegte van het midden. Die me laat handelen. Om het met Hermann Hesse te zeggen: ‘ich versuchte nur das zu leben was vonselbst aus mir herauswollte. Aber warum war das so sehr schwer?’