Samenvatting
In 1969 schreef historicus Marcel Kocken in een herdenkingsbijdrage over Willem Geets (1838-1919) en Albert Geudens (1869-1949) dat de toekomst moest uitwijzen welke plaats beiden in de Mechelse kunstgeschiedenis van het einde van de negentiende tot het midden van de twintigste eeuw hadden ingenomen. Voor Albert Geudens is deze publicatie hierop een antwoord. Voor het eerst wordt het veelzijdige kunstenaarschap van Geudens aangetoond als tekenaar, kunstschilder, aquarellist, illustrator en graveur, geïllustreerd met zijn werken uit openbare en privé-collecties. Geudens oversteeg zijn geboortestad Mechelen. Al in 1912 stelde hij tentoon in Venetië! Tijdens de Eerste Wereldoorlog, in ballingschap in Nederland, oogstte hij verder internationale bekendheid dankzij zijn deelname aan exposities in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Maastricht, in Oslo (Noorwegen) en Buenos Aires (Argentinië). Deze uitgave is meteen een hommage aan Albert Geudens als oud-leerling van het toenmalige Atheneum Pitzemburg in Mechelen én de start van een ambitieus project om in een reeks een aantal 'oud-Pitzemburgers', die van bijzonder waarde(n)volle betekenis zijn geweest, ten voeten uit te tekenen.