Fragment
Hoofdstuk I
Aardrijkskundige Beschrijving
De Rijn. Rijnenberg, Het veer tussen Heemskerk en Assum, De Meet
Door zijn ligging aan de Noordzee, dus aan de duinkant, is het dorp Heemskerk hoog gelegen. Vandaar dat ook de vele talrijke plassen en meren, welke zich vooral in de voorgaande eeuwen ten oosten en zuiden van deze plaats uitstrekken, hun water ook van deze duinstreek ontvingen, onder anderede Wijkermeer, de Uitgeestermeren, de Schermer, het Egmondermeer, e.a. Toch zou de afvoer van water uit deze duinstreken niet zo groot blijken te zijn, om al die meren en plassen van water te voorzien, zodat ook van elders toevoer moet hebben plaats gehad.
Soeteboom verhaalt, dat genoemde meren in verband hebben gestaan met een van Katwijk komende Rijntak. Waarschijnlijk volgt genoemde schrijver hier de geleerde Hadrianus Junius, die in 1563 rector der latijnse school te Haarlem was. Deze schrijft Het Haerlemsche kasteel (Oud-Haerlem) gelegen neffens de loop des Riviers (de Rijn) de welcke na Egmondt liep, staet recht teghen Haerlem over, als na het waterpas, niet verre van Heemskerck. Trouwens meerdere schrijvers maken van deze Rijntak melding: G.T. Rendorp in zijn (de origine et Progressu Juris in Kennemerlandia), alsmede Jr.Mr. A.F.O. van Sasse van IJsselt in de Bijdragen van Haarlem. Ten slotte Dr. R.R. Post, die mededeelt, dat de hofmeijer Karel Martel, omstreeks het jaar 730 zijn hoge bescherming toonde aan het nieuwe aartsbisdom der Friezen (Utrecht) door onder anderete schenken de villa Adrichem aan de monding van de Rijn. De nodige bewijzen voor al deze mededelingen worden echter niet gegeven. Dit kan ook moeilijk, en wij hier tot de vroegste tijden moeten teruggaan, omdat hetgeen voor 1288 ten aanzien van de waterstaat valt mede te delen, van geen betekenis is.
Merkwaardig is echter, dat in de gemeente Castricum, Uitgeest en Limmen, reeds enkele eeuwen voorheen, landerijen de naam droegen van de Rijn.
Rijnenberg
Nog altijd staat aan de Hoogdorperweg te Heemskerk een boerderij, genaamd Rijnenberg. Voor zover bekend wordt de naam Rinenberg het eerst vermeld, op de Westfriese boerderij, die in 1706 daar ter plaatse stond. Overigens is hiervan niets meer bekend.
Het veer tussen Heemskerk en Assum
Gelijk reeds vermeld, begint op het einde van de 13e eeuw de geschiedenis van de waterstaat in deze streek. Door indijkingen en droogleggingen in de loop der eeuwen - ook voor Heemskerk - veel land aan het water onttrokken. Waarschijnlijk dagtekent uit die eerste tijd het ontstaan van de Maer - of Korendijk, die in het midden van de 15e eeuw reeds lang bestond. De vaart tussen Heemskerk en Assendelft van uit het Wijkermeer naar het noorden bleef echter nog tot aan het einde van de 16e eeuw bestaan want, lezen wij, in Lams Handvesten van Kennemerland, tussen de ban van Heemskerk en Assendelft plaght van outs een groot water te zijn, daar de vaartuyge uyt de Wijkermeer doorvoeren na Uytgeester en Schermeer en zoo na Alckmaer, welcke in de jaare 1357 met konsent van Hartog Willem van Beyeren dight gemaakt is met een dam met een sluys daarin, tussen de ban van Uytgeest en Assendelft en wort nogh heden de dam genaamd tot int laatst van
de sestiende eeu....
Vandaar dat vroeger om van Heemskerk naar Assendelft te komen, moest worden gevaren, terwijl de gemeente met het Wijkermeer van uit den Sevenbergertocht langs de Kil in verbinding stond. Ook Beverwijk stond toen per vaartuig in verbinding met Assendelft. De tegenwoordige Uitgeesterweg dateert eerst van het jaar 1662. Waar de Communicatieweg op de Tolweg uitloopt, bevond zich vroeger een veer. Hier moest men voorheen, om naar Uitgeest te komen, worden overgezet. Dit veer liep vanaf genoemd Tolhuis, tot aan het hoog gelegen Assum en vandaar de tegenwoordige Tolweg, voordien Veerweg geheten.
×